28 Spieringstraat: het Weeshuis 'Ons magistraat en wijzen raet, met de regenten ai haar eer en lof, nimmermeer in 't stof, verrotten zal: opdat se weer, voor wezen teer, zoo Gouds'als vreemde kinderen, hier in Ter Gouw, dit schoon gebouw, doen stichten zonder minderen. 1643' Dit 'gedicht' staat te lezen onder een grote gevelsteen boven de toegangs poort naar het voormalige weeshuis op de hoek van de Patersteeg en de Spieringstraat. Twee weeskinderen ter weerszijden van het Goudse stadswa pen houden triomfantelijk een lauwer krans omhoog. Zij zijn als zodanig herkenbaar aan hun uniforme kleding in de kleuren rood en wit. De poort, die er helaas verwaarloosd bij staat, is opgetrokken in classicistische stijl met Gouda Weeshuis Ionische pilasters. Op deze plaats stond eertijds het klooster Sint Margriet, dat in 1572 door de Geuzen werd geplunderd en in brand gestoken. Het kloosterterrein tot aan de Kees Faessen Rolwagensteeg droeg tot in de negentiende eeuw de naam van 'Het Verbrande Erf'. Dat er in het gedicht de nadruk op wordt gelegd dat zowel Goudse als 'vreemde' kinderen hier worden opgenomen, herinnert aan de tijd dat er twee weeshuizen in Gouda waren en dat onderscheid - tussen kinderen van poor ters van Gouda en niet-poorters - gebruikelijk was. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vorderde de Duitse bezetter de gebouwen en richtte ze in als Huis van Bewaring. De wezen vertrokken in 1941 noodgedwongen naar het huis Zoutmanstraat 33. De instelling is in 1948 opgeheven. Tussen 1968 en 1973 werd het gebouw grondig gerestaureerd en biedt sindsdien plaats aan de Openbare Bibliotheek. En wat de Kees Faessen Rolwagensteeg betreft: Cornelis Faesz. was een vracht rijder die op het Verbrande Erf woonde. In de rekeningen van de Sint-Janskerk komt zijn naam enkele keren voor: - 1642: 'betaelt voor drije wagens steen te rijden den Kees Faessen, 12 stuivers' - 1652: 'Kees Faessen van twee wagenvrachten, 12 stuivers' Rolwagens waren in de zeventiende eeuw handvoertuigen met zware massief hou ten wielen, bestemd voor vrachtvervoer.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2008 | | pagina 6