Boekbespreking
BIJDRAGEN TOT DE
GENEESKUNDIGE
TOPOGRAPHIE EN
STATISTIEK VAN
GOUDA
W.F. BÜCHNER
49
Veel meer dan een kwart van de Goudse bevolking had volgens hem wegens ar
moede ondersteuning nodig. Van elke 1000 inwoners werden er 260 daadwerkelijk
bedeeld door de algemene armenfondsen, daarnaast noemde Büchner nog groepen
die langs andere wegen geholpen werden en die buiten de tellingen vielen. Zijn
conclusie was, dat Gouda van heel Nederland het grootste aantal armen had.
"Wat goed is zal altijd bestaan.
Wat slecht is zal ras ondergaan.
Deze woorden van Luther gaf W.F.
Büchner (1780-1855, arts, stadsdokter
in Gouda van 1802 tot 1832) in 1842
mee aan zijn werk "Bijdragen tot de
geneeskundige topographie en statis
tiek van Gouda" (verder genoemd "Bij
dragen"), in de hoop dat het vruchten
zou afwerpen bij zijn strijd tegen de
slechte levensomstandigheden van veel
Gouwenaars in die tijd. Dat dit boekje
nu, na ruim 150 jaar, opnieuw uitgege
ven is, veronderstelt de blijvende waar
de ervan, maar wellicht niet zoals
Büchner dat heeft bedoeld. Die waarde
ligt daarin, dat het een rijke bron vormt
voor gegevens over het leven in Gouda
rond 1840, juist een tijd waarover
bruikbare bronnen schaars zijn.
"Bijdragen tot de geneeskundige topographie en statistiek van Gouda"
1842, door W.F. Büchner; herdruk, bezorgd en ingeieid door N.D.B. Ha-
bermehi (Eburon Delft 2007), €14,95
Wat was dan Büchners oogmerk? "Bij-
dragen" is een beschrijving van de ge-
zondheid van de bevolking in Gouda, in samenhang met de leefomstandigheden en
-gewoonten. De gezondheid der Gouwenaars was zelfs voor dié tijd erg slecht.
Büchner berekende dat waar de gemiddelde leeftijd in Parijs 32 jaar was (en vóór
de Franse Revolutie 28 jaar), en in Londen 40 jaar, de Gouwenaar gemiddeld
slechts 21,41 jaar werd! In een rapport uit dezelfde tijd stelde Büchner dat de sterf
te in het eerste levensjaar in Gouda die in Amsterdam overtrof: van de 10.000 ge
borenen stierven in Gouda in het eerste levensjaar 3.803 kinderen, in Amsterdam
2.280 (ter vergelijking: in 2006 stierven in Nederland van iedere 10.000 levend ge
borenen 44 kinderen in het eerste levensjaar).
„HU
«AsS-'ji! 11