50 In het oog valt verder een probleem dat zich bij ieder onderzoek naar armoede tot op de dag van vandaag voordoet: wat is de definitie van armoede en wie vallen binnen de groep van Goudse armen? Deze vragen worden nogal eens verwaarloosd en historische cijfers worden te vaak als absoluut beschouwd. Bij de cijfers die Büchner gebruikte, konden en kunnen zeker vraagtekens geplaatst worden. Hij ba seerde zijn bewering dat de armoede in Gouda onevenredig groot was op bereke ningen van het aantal armen, uitgaande van 760 gezinnen met in totaal 3710 zielen die ondersteuning kregen. Er is geen zekerheid dat deze aantallen kloppen, alleen al niet omdat er geen uniforme telwijze bestond bij de diverse instellingen die onder steuning gaven. Zijn hierbij trouwens ook de arme Gouwenaars meegerekend die in andere plaatsen voor rekening van Gouda ondersteund werden? Wie werden tot "Goudse inwoner" gerekend? Kregen alle armen ondersteuning? Het hele jaar door? Was wat zij kregen voldoende voor hun levensonderhoud, of slechts een kleine bij drage daarin? Büchner wees als één der eersten in Europa op grond van toen moderne statisti sche methoden op het oorzakelijk verband tussen armoede en slechte levensom standigheden enerzijds, gezondheid en levensverwachting anderzijds. Zijn hele werk zame leven lang heeft Büchner zich ingespannen om in deze drie factoren verbete ring te brengen en dat was ook het doel van zijn "Bijdragen". Heeft Büchner zijn doel bereikt? Helaas niet. Büchner was zijn tijd letterlijk ver vooruit. Hoewel hij zijn kennis en inzichten, onder andere door deze en andere pu blicaties, met gulle hand deelde met anderen, ja dikwijls ongevraagd opdrong aan de Goudse magistraten, kreeg hij weinig, vaak zelfs geen steun voor zijn streven. Veel van zijn brieven met waarschuwingen en aanbevelingen aan het gemeentebe stuur werden "buiten de notulen" gehouden. Tussen de regels door leest men in de bronnen van het gemeentearchief weliswaar, dat het stadsbestuur hem een notoire lastpost vond, maar waarschijnlijk speelde het geldgebrek van het bestuur ook een grote rol. Gouda was zeker in die tijd buitengewoon verarmd. Zelfs al had men zich laten overtuigen door Büchner, dan had men de middelen niet gehad om de door hem voorgestelde verbeteringen tot uitvoer te brengen. Heeft Büchner ons met zijn "Bijdragen" een betrouwbare bron nagelaten, die inder daad een herdruk waard is? Houdt men enige kanttekeningen in het achterhoofd, dan is dat zeker het geval. Bij gebruikmaking van de "Bijdragen"als bron moet men de tijdsomstandigheden in het oog houden. Het boekje werd geschreven in een tijd dat het in Gouda uitzonderlijk slecht gesteld was met de economische en sociale omstandigheden. Weliswaar verschenen er nieuwe bedrijven in de stad, maar deze waren niet ver genoeg ontwikkeld om de economie voldoende te stimuleren en zo de leefomstandigheden positief te beïnvloeden. In deze toch al slechte periode voor Gouda mag men de jaren rond 1840 gerust een dieptepunt noemen. Voor de be oordeling van de toestand over een langere tijd zijn dus aanvullende bronnen en studies nodig.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2008 | | pagina 12