c°knelio. svt«s M1’1 CIVIBVS S ECTIONE S YNCHOXDROSEOS, F ELICIT ER VXORI ak 11 o<- V 8 CIIIRVRGO .ET. govdano. SERVATIS. Als getuigen waren aanwezig zijn neef Jan Bleuland, zijn leerling Dirck Marts, Klen- ne, de vroedvrouw, en Ariaantje Baars. Hierna werd de wond verzorgd en de vrouw te ruste gelegd. Vervolgens wordt de nazorg beschreven, die tot 12 mei duurde: toen was de wond genezen en op 28 mei is ze weer naar de kerk geweest. Zowaar een prachtstuk bij een prachtverhaal! De broodmand is gelukkig behouden voor Gouda en heeft een plaatsje gekregen in de Bleulandcollectie van het Groene Hart Ziekenhuis. Literatuur J.G.W.F. Bik, Vijf eeuwen medisch leven in een Hollandse stad, Assen 1955, m.n. p. 239-241 C. Gaemers, 'Stadsvroedvrouwen in Gouda, 1756-1806', in: De Schatkamer 16 (2002), p. 33-60 G.A. Lindeboom, Geschiedenis van de medische wetenschap in Nederiandt Haarlem 19812 BlkvlAxd obstetricio. Vanwege de zeldzaam- r heid van de operatie en I vanwege de betrekke lijk goede afloop (de moeder bleef in ieder geval in leven), heeft het stadsbestuur ge meend de chirurgijn te moeten belonen met zo'n kostbaar geschenk als een zilveren brood mand van 250 a 300 gulden. Uit de zilvermerken op de broodmand kan op gemaakt worden dat de opdracht gegund zou zijn aan de Rotterdam se zilversmid Johannes Janse en dat de mand in 1793 gereed was (jaarletter L 1793, meester IS Johannes Janse). De inscriptie die het stadsbestuur voor gesteld heeft, staat in de bodem gegraveerd. öVALTHERI van. ma*1’ p G<’V’ O S SIV M PVBIS FA c TA OANNAB.DE VOGEL IyEEV"EN

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2009 | | pagina 10