1 r. h: - •d Een doctor medicinae en een chirurgijn (r) bij Johannes en Caspaares Luiken, 1694 11 'De Dodec. God is de-Atedecyn.^ordoodlikhd'fiyn. Defhirurgyn. 'tHerteiit teiijrümhonden,l^ndMdebjkr'li’onden. Een drukke praktijk De instructie van de stadsdoctor (bijlage 1) verbood aan Bloncq om zich buiten de stadsmuren te begeven, daar moest een geldige reden voor zijn. Vanwege de druk ke werkzaamheden verzocht hij drie jaar na zijn benoeming op eigen kosten zo no dig een waarnemer te mogen aanstellen. De burgemeesters gingen hiermee ak koord en verleenden hem bovendien vrijstelling van de 50ste penning, van huur en het recht om eventueel het huis waarin hij woonde te kopen. Zijn assistent werd mr. Dirck Vlack, die tevens apotheker en notaris was. Hij genoot eveneens alle privi leges die aan het stadsdoctoraat waren verbonden. Bloncq ontving twee maal sala risverhoging, in 1636 en 1649, daarmee bedroeg zijn salaris uiteindelijk het riante bedrag van ƒ300,- per jaar. Voor een visite ontving hij zes stuivers en 'nae der son- ne onderganek gehaelt werdende tot de besettinge der wachte dubbel geit'. Hij maakte ook mee dat er pest-epidemieën heersten, zoals in 1635 en 1636. Het moet toen een hectische tijd zijn geweest voor allen die in de ziekenzorg werkzaam waren, vooral voor postmeesters, -vroedvrouwen, -ziekentroosters en -dragers. De hoogtepunten vielen in de maanden augustus, september en oktober. Van de 216 patiënten die in 1635 in het Pesthuis waren opgenomen zijn er 118 overleden, meer dan 50%. Het aantal pestdragers werd verdubbeld tot vier, omdat het werk voor twee mannen te zwaar was. y So een ig lil verbrooken. Sy, De Meester moe ter haastig by, Op ddt het ïM/s'lyck word geneesen Maar of de mykeloose ^iel, ffn Spies en Swaard'wtn Sondenviel, Daar schynd geen swaarigheid tewesrn. Js't Leeven machteloos en km nek Men ritrnu! een viese of bitre 'Oranck, Of t Lichaam vieedrr mocht geneesen. Ivaarom dan voor een korten h/dl Niet aangevaard wat bitterheid Om eetny iglyck gejond tewer-ren.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2009 | | pagina 13