34 In 1549 stuurde Karel V Philips langs vele belangrijke steden van het Habsburgse rijk om hem als troonopvolger voor te stellen. Tijdens deze blijde intochten, die ge paard gingen met groots ceremonieel, toneelstukken, triomfbogen en decors, werd de boodschap dat Philips een goede vorst zou zijn en een minstens even goede heerser als zijn vader Karel V, en dat Gods zegen op de opvolging rustte. Er werd daarbij telkens verwezen naar roemruchte voorgangers die de naam Philips hadden gedragen, zoals de apostel Philippus, de diaken Philippus die de Kamerling had be keerd en gedoopt, en de Bourgondische vorsten Philips de Stoute en Philips de Schone. Maar de meest gebruikte vergelijking was die met de wijze bijbelse vorst. In Leuven, Brussel en Antwerpen was een beeldengroep te zien van koning Salomo die werd gekroond door zijn vader David. Daarnaast stond een gelijksoortig beel denpaar van Karel V die zijn zoon kroonde. Een opschrift verhelderde het gehele ensemble: "Zoals David, de ware profeet, tijdens zijn leven Salomo kroonde, zo ook kroont de keizer zijn zoon." De schenking van het Koningsglas (gedateerd 1557) volgde vrij snel na de troonsaf stand van Karel V in 1555, een ceremonie die plaatsvond in de Gentse St. Baafska- thedraal. Deze troonsafstand was niet onomstreden - het verwachtingspatroon was dat een vorst tot het einde van zijn leven zou regeren. In de geschiedenis van het Bourgondische rijk was er geen precedent voor aan te wijzen. Om door zijn nieuwe onderdanen geaccepteerd te worden moest Philips door hen gezien worden als rechtmatig opvolger van zijn vader, wiens nog steeds grote populariteit zo goed mogelijk moest worden uitgebuit, en het voorbeeld van David en Salomo was daar voor een bruikbaar vehikel.8 De woorden die God bij het hier afgebeelde offer tot Salomo richt, gesteld in het latijn van de vulgaat, zijn in extenso op het glas te lezen op duizelingwekkend lange tekstrollen. In vertaling luiden ze als volgt: 'Ik heb uw gebed gehoord' (1 Koningen 9: 3), en: 'Indien gij voor Mijn aangezicht wandelt zoals uw vader David gewandeld heeft, zal Ik uw koningstroon voor altijd bevestigen.' (1 Koningen 9: 4-5). Er is ook een groep onderdanen in de tempel aanwezig die de Heer uitbundig prijzen en dan ken. De door God gewilde opvolging van vader op zoon en de passage over de eeuwigdurende troon vormen een bijbelse voorafschaduwing van de heerschappij van Philips, zoals die in soortgelijke bewoordingen in de inscriptie onderin het glas wordt bezongen. Terwijl de opschriften zich vooral richten op de verhouding tussen vader David en zoon Salomo, verwijst de voorstelling tegelijkertijd naar Salomo als tempelbou- wer. Het was bij Philips' troonopvolging al duidelijk dat het grootste probleem dat hij in de Nederlanden op zijn bordje zou krijgen, de religieuze onlust en onenig heid was. Het was van het hoogste belang dat zijn onderdanen op hem vertrouw den als de leider die op dat gebied een oplossing zou kunnen brengen. Ook op dit gebied bood de parallel met de bijbelse vorsten weer een fraaie mogelijkheid. Was immers David niet, evenals Karel V, de oorlogszuchtige koning die zijn rijk in verdeeldheid achterliet, terwijl Salomo de eenheid op godsdienstig gebied herstelde? 8 Van Eek, Coebergh-Surie en gasten 2002, pp. 79-85; zie ook De Groot 2005, pp. 169-180

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2009 | | pagina 12