41
Het belang van het beleg
Dat het beleg van Bethulië in de uitbeelding van dit verhaal zo'n belangrijke rol speelt
lijkt goed te passen in de actualiteit van de oorlog, waarin belegeringen aan de orde van
de dag waren. Sterker nog, Margaretha van der Marek was zelf het slachtoffer van een
belegering geworden na de slag bij Heiligerlee. Lodewijk van Nassau trok met een leger
naar Arenberg om de dood van zijn broer Adolf te wreken. De overmacht van zijn leger
was te groot voor het kleine burchtgarnizoen, dus kwam het tot onderhandelingen.
Arenberg werd gebrandschat om 10.000 gulden te betalen, binnen een maand te Keu
len te voldoen. Margaretha schreef hierop onmiddellijk naar de keizer om dit ongedaan
te maken. Keizer Maximiliaan II bepaalde in een brief van 15 oktober 1568 dat de eis
van Nassau onrechtmatig was, en maakte de boete ongedaan. Toen de tegenpartij hier
tegen protesteerde, bevestigde de keizer zijn beslissing in 1571.18 De listigheid en held
haftigheid van Margaretha spraken wellicht iets minder tot de verbeelding dan die van
haar rolmodel Judith, maar het is aan de andere kant toch ook onvoorstelbaar dat zij
niet aan haar 'eigen' belegering en haar rol daarin zou hebben gedacht bij het overzien
van het project ten behoeve van de plaatsing van dit twaalf meter hoge gebrandschil
derde glasraam. Er zijn helaas, behalve de vermelding uit 1562 betreffende de portret
tering van Jan de Ligne, geen geschreven documenten bekend die in verband staan met
de totstandkoming van het glas, maar getekende documenten zijn er wel: de Sint Jan
bezit het zogenaamde carton, de werktekening op ware grootte, door Dirck Crabeth in
het atelier bij de vervaardiging gebruikt, en vervolgens door het kerkbestuur bewaard
ten behoeve van eventuele restauratiewerkzaamheden; de voorstelling op dit carton
komt uit de aard der zaak tot in details overeen met het glas zoals het werd uitgevoerd.
Dat leert ons dus weinig bijzonders over de totstandkoming van het glas. Wel bijzonder
is dat ook het vidimus, de voltooide ontwerptekening die aan de opdrachtgever werd
getoond ter goedkeuring, bewaard is gebleven.19 De fraai uitgewerkte, ongeveer veertig
centimeter hoge pentekening komt qua compositie in grote lijnen overeen met het eind
resultaat, maar er is uiteindelijk een belangrijke wijziging doorgevoerd. De soldaten op
het middenplan zijn op het vidimus alleen bezig met het opstellen van kanonnen en ka
zematten, min of meer conform de traditie van deze voorstelling. In het glas zoals dat
uiteindelijk tot stand kwam, zijn de activiteiten van de soldaten aanzienlijk uitgebreid -
zoals we eerder zagen zijn ze niet alleen bezig met oorlogshandelingen, maar ook met
dobbelen, het roosteren van vlees en het bakken van brood. Kennelijk was Margaretha
van der Marck niet geheel tevreden met Crabeths voorstel en het is verleidelijk om aan
te nemen dat de kritiek die ze had op het vidimus werd ingegeven door haar actuele
kennis van de gang van zaken bij een belegering (zie de afbeelding op pag. 18).
17
18
19
Bleyerveld 2000, 179-212
Maes-de Smet 2006, p. 39
Van Eek, Coebergh-Surie en Gasten 2002, p. 123-132
Niet alleen was Judith een heldhaftig verdedigster van het ware geloof, zij was ook
nog eens, net als Margaretha, een weduwe. Van alle heldinnen uit het Oude Testa
ment was zij ten slotte de meest onomstredene, omdat zij haar doel bereikte zonder
haar kuisheid te schenden.17