isV# A.
JiS'. «ij*
l®E Ud O
JfcssSf.
T K
ï'ArySl
a&l
J O**
iimi
•f<t. T*" MN
ih iiiiie
f-töc/i- fm-n
w;
u.f lira
Jwd y®»
28
RjSK
OIKIZJ ïStcSj
Schenkers en hun verbeelding
Dit artikel probeert wel een stap verder te zetten, door bijzonderheden uit het leven
van de schenkers Jean de Ligne en Margaretha van der Marck en het saillante mo
ment in de geschiedenis van de Republiek (tussen het begin van de Tachtigjarige
Oorlog en de geloofsverandering) te koppelen aan de keuze voor dit bijbelverhaal
en de wijze waarop het is uitgebeeld.
Het glas is horizontaal in tweeën gedeeld; onder de bijbelscêne zijn in een apart vak
de portretten van baron Jean de Ligne, baron van Barbangon, stadhouder van Fries
land, Groningen en Drenthe, en zijn vrouw Margaretha van der Marck, gravin van
Arenberg, te zien. Zij was de laatstlevende telg van het geslacht Arenberg en bij het
huwelijk was met toestemming van Karel V vastgesteld dat het eerst-geboren kind
de titel graaf van Arenberg zou blijven voeren, om deze geslachtslijn niet verloren
te laten gaan. Behalve hun eigen wapens en Jean de Lignes teken van de Orde van
het Gulden Vlies zijn in het schenkersgedeelte ook de zogenaamde kwartierstaten
opgenomen, de wapens van de voorouders van beide echtelieden tot in de vierde
generatie. Beiden knielen op een prie-Dieu, Margaretha gekroond en gehuld in een
hermelijnen mantel, Jean eveneens gekroond en in wapenrusting, met daarover een
tabbaard. Ze worden gepresenteerd door hun patroonheiligen Johannes de Doper
en Catharina van Alexandrië.
rrn,
Detail van glas 6: Judith en Hoio femes; onderaan de schenkers: Margaretha van der
Marck en Jean de Ligne, gravin en graaf van Arenberg; achter hen hun patroonheiligen
Catharina van Alexandrië en Johannes de Doper. Stichting Fonds Goudse Glazen