fit
;IIOT
siO Mi
31
Wat dat laatste, politieke aspect betreft waren de
Goudse Glazen opvallend welsprekend, wellicht juist
omdat de zekerheden over wie nu eigenlijk de baas
was, juist in de periode dat dit adembenemde
ensemble tot stand kwam, behoorlijk op losse
schroeven was komen te staan.
De politiek kreeg voor het eerst ruim baan in het
Koningsglas, dat vanwege zijn voorbeeldfunctie voor
latere schenkingen hier tamelijk uitgebreid aan bod
zal komen. Voor de verwachte schenking van de
koning was aan de noordzijde van het transept een
raam van twintig meter hoogte vrijgehouden, dat tot
stand kwam in de ja ren 1557-1559 en waarnaast
twaalf jaar later het glas met Judith en Holofernes
zou worden geplaatst. Waar de zelfrepresentatie van
de geestelijke schenkers der koorglazen zich be
perkte tot de schenkersrand, is het uit drie vakken
bestaande Koningsglas in zijn geheel te beschouwen
als een essay over de vroomheid van Philips II en
zijn goede bewind. Niet alleen de schenkersrand
onderin het glas, ook de twee religieuze scènes
daarboven zijn toegesneden op zijn persoon.
Identificatiemodellen in het Koningsglas
Het onderste vak wordt grotendeels in beslag
genomen door een uitvoerige inscriptie, die vermeldt
dat de doorluchtige Philips II, zoon van de onover
winnelijke en goedertieren keizer Karel V, dit glas in
1557 schonk ter verfraaiing van dit gebouw. Er staat
verder dat Philips Koning van Spanje, Engeland,
Frankrijk en de beide Sicilies was, aartshertog van
Oostenrijk, hertog van Bourgondië, Brabant, Gel
derland enz., graaf van Vlaanderen, Henegouwen,
Holland en Zeeland en daarbij van nog vele andere
gebieden. En dat hij een goedertieren en religieus
vorst was, een Vader des Vaderlands. Ten slotte
wordt de wens uitgesproken dat zijn troon, die over
de gehele wereld schijnt als de zon, voor altijd mag
blijven bestaan (zie volgende pagina voor detail).
Glas 7: Koningsglas, geschonken door Philips II (1557)
Stichting Fonds Goudse Glazen
|Q< im sj»
assi