1. 15 2. 3. Na 1750 ging ook in Gouda zowel het pottenbakkers- als het pijpmakersambacht achteruit ten gevolge van verslechterende economische omstandigheden. Er vond een zekere sanering plaats, die trouwens ook bij de concurrentie zichtbaar was. In deze tijd werd Nederland bovendien overspoeld met Duits import- aardewerk, de zogenaamde Frankforter potten, die vooral de Brabantse markt bedreigden. Gouda wist hier echter handig op in te spelen door de nieuwe modellen te gaan namaken en op te nemen in het eigen repertoire, dat hiermee blijvend werd verrijkt. Anders dan vroeger was er nu ook een gevarieerd aanbod van kook-, bak- en braadgerei, zoals kookpannen, tulbandsvormen en poffertjes pannen. Deze geweldige opwaardering van hun product betrof een innovatie die geheel en al op het conto van de pottenbakkers zelf kan worden geschreven. een hun Al in de loop van de tweede helft van de zeventiende eeuw vond er een toe nemende expansie plaats van de grote productiecentra Friesland en Oosterhout. Tegen hun goede en goedkope potten konden de meeste pottenbakkers in de Hollandse steden, die hogere personeelslasten en duurdere gebouwen hadden, niet opwerken. Gouda slaagde er als enige Hollandse stad in het niveau van de zeventiende eeuw te handhaven, dankzij de intensieve samenwerking van de pottenbakkers met de inmiddels talrijke pijpenmakers, voor wie zij de met pijpen gevulde potten bakten. Op deze wijze waren ze verzekerd van een basisinkomen, konden ze hun potten tegen concurrerende prijzen aanbieden en bleven ze een belangrijke speler op de nationale aardewerkmarkt. Het was een strategie die ze niet zelf ontwikkeld hadden, maar die hun in de schoot geworpen was, als een geschenk uit de hemel. Wel hebben ze er, onder regie van het stadsbestuur, mede voor gezorgd dat een voor beide bedrijfstakken profijtelijk evenwicht in stand bleef. In de negentiende eeuw hadden alle Nederlandse pottenbakkers te kampen met een afnemende vraag naar huishoudelijk aardewerk. Er werden tal van stra tegieën bedacht om te overleven, zoals het zich gaan toeleggen op andere artikelen, waaronder bloempotten voor de tuinbouw, loodwitpotten voor de loodwitindustrie, riool- en drainagebuizen, schoorsteenpotten en ander bouw- keramiek. Sommigen hadden met deze specialisatie een tijdlang succes. Van de vier grote Nederlandse productiecentra ontwikkelde Gouda zich het voor spoedigst en dat was vooral te danken aan enkele grote pijpenfabrikanten en de uit de handel afkomstige firma Jonker. Zij kochten de kleine pottenbakkerijen op, realiseerden schaalvergroting en mechanisatie en konden op deze wijze hun marktaandeel vergroten in een krimpende markt. Zij deden dat om door productdiversificatie hun kwetsbaarheid te verminderen; dat streven bracht een aantal hunner ertoe ook buiten de keramische sector te investeren, zoals in garenspinnerijen, lijnbanen, een patentoliefabriek en sigarenfabrieken. In dit concentratie- en diversificatieproces speelden de pottenbakkers slechts passieve rol. Wellicht heeft de daaraan voorafgaande modernisering van assortiment hen aantrekkelijker gemaakt om als fusiepartners te fungeren.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2010 | | pagina 17