9 Zo is dan vervolgens de heer capitijn Frederik van der Hoeve, nadat de onder [3v] zich hebbende manschappe zich weeder tot pelottons hadde hersteld, de twee koetse agterop gemarscheert, de Gouwe langs, de Vismarkt voorbij, de Slepersbrug over, de Wijdstraat door, tot aan de Markt, de plaats alwaar hun Ed. Mogende met de koetse verwagt wierde, zoo door de drie compagnien schutters, die in twee ge- leedere stonde, als door het in de wapen zijnde battaljon militaare, welke hunne mi- litare manavres voor de hoofdwagt in het voorbij passeere voor hun Ed. Mogende verrigte hebbe, als ook door een groote meenigte nieuwsgierige welke na de Markt waren toegevloejd. Zoo is dan de gantsche treijn met vliegende vaandel, slaande trommels, tusschen de in twee geledere staande, met gepreesenteert geweer, drie compagnie schutters gemarscheert, en wel de klok half twee, tot voor 't logement 't Harthuijs. Op de stoep stonde de heere commissarisse van de oranjesocitijd, beneven den foeragie- meester van hoij en haver tot dienst van de Pruijsische troepen voor deeze stad, Gerrit Hendrik Fortuijn, welke alle zijn in 't zwart gekleed, deftig versiert met nieuwe oranje cocarde op den hoed en lint door de knoopgate van de rok, en verzien met het teeke van lidmaatschap van gemelde socitijd op hun borst. En sommige van hun nog daarbij een zilver borstbeeldje van prins Willem de Vijfde, die hun Ed. Mo gende verwelkomte en na binnen gelijde. [4r] De vreugde over de komst van deeze heere was niet gering. Want op het zien van op de toore, daar veel volk uijt nieuwsgierigheijd was opgegaan, dat het jagt buijte de Potterspoort arriveerde, begon terstond op den middag te een uure het klokkespel te speele, die beurtelings in 't speele vervange wierd door twee trompet ters die blaasde, de eene op de toore en den tweede vervoegde zich op de Markt bij de schutterij en wel in deezer voege, zolang de klok speelde bleef hij staan in een van de geleedere van de schutterij met de trompet die met papier versiert is in de hand. Zijn beurt zijnde om te blaase, treed gemelde trompetter 3 a 4 treede voort tot in 't midde van de twee geleedere na de huijse toe, blaasende het deuntje Al zijn de keese nog zoo groot al evewel trappen wij se in de goot, viva oranje hoezee, dat zelve verrigt hebbende, tot vijfmaal toe. Zoo ongemeen deeze gemelde trompetter was bij een schutterij als deeze, die zo ongemeen was van manschappe, die alle op het sierlijkste waare uijtgedost, meestal met blaauwe roke, somige met oranje veste en épolette op de schouders, hoewel deeze deftigheijd niet wijnig wierd vermeerdert door den gemelde trompet ter, die beneevens de schutterij op zijn zondags is gekleed, hebbende zijn beste jas aan, daaronder een geruijte slaapmantel, swarte kouse, bestikte schoene, [4v] smeerig hair,19 om den hals een catoene das, oranje kleur geverft, op den hoed een oranje cocarde met groen doormengd, met een versierde roos daar bovenuijt steekende. 19 Te lezen als met vet of brillantine (o.i.d.) in het haar

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2011 | | pagina 11