25
Deeze liede strooijde uijt dat er te Amsterdam een groote beweeging was over't
oprigte van paardecour en dat er alreeds veele van die snaake van patriotte wierde
opgevat, zoodat er veel van dat gespuijs zich op de vlugt begaave en ook eenige
schuijte met vlugtelinge alhier in den agter middag verwagt wierde.61
Het gemeene volk, van gemelde tijding kennis gekreege hebbende, loope met een
groote meenigte in den agtermiddag na het Jaagpad, de plaats daar gemelde
schuijt de rijsigers aan de wal zet, en maakt aldaar een attroupering om die vlugti-
linge wel te ontfange. Maar alzo er niet meer als de ordinare schuijt arveerde, twee
vreemde heere die uit gemelde schuijt kome om hun rijs te vervordere na Rotter
dam, wierde door de pakjesdrager de Potterspoort inbragt na het Rotterdamse wa
geveer, door het gemeen aangevalle, het oranjelint van hun hoed getrokke, onder
een ijslijk leeve en geschreeuw van Hoezee oranie boove. Vervolgens wierde deze
twee rijsigers onder 't geroep dat het patriotte waare geslage, geschopt, getrapt,
met steene en drek van de vullishoope gegooijd, tot aan 't gemelde wageveer,
[18v] daar een van de belhamel de staart van een van de gemelde rijsigers afsnijt,
seggende: Kees nou ben jij jou staart al kwijt. Een prinsman, daarbij staande, be
schikte deeze liede ijder een kaartje van welgemelde oraniesocitijd, om te kunne
diene tot een vrijgeleijbrief op hun rijs om die te vervordere.
Den 10 september, woensdag, was het gemeene volk nog weeder in beweeging
aan de schuijte om de passeniers na te loope en af te zien waar die hunne intrek
naame. Alzo deeze dag twee heere, uijt gemelde schuijt koome om alhier in de la-
tijnse taal onderweeze te worde, die zich laate brenge aan het latijnse school, wierd
welras uijtgestrooijd dat den rector dienst geeft onder 't gemelde paardecour en
geheime corespondentie hielt met de Amsteldamse patriotte.62
Het gemeen, dat op gemelde rector zeer verbitterd was, rotte tesaame en loope
den volgende nagt in een groot getal na de Groeneweg en trekke aan de schel, zo
dat de rector zich genootsaakt vond uijt een der vengsters zich te vertoone, en de
clareerde onder eede dat hij geen deel had aan hetgeen hij meede betigt wierd.63
Egter wilde het gemeen gemelde school plundere. De heere burgemeester raade
het gemeen daarvan af en neeme de kostkindere in hunne protectie, die zij aan
hunne huijse bragte.
Intusschen quam een commande militaare die 't gemelde school bezette en 't ge
meen uijt malkandere dreeve en van deeze plundering moeste afzien.
61 Met dit "paardecour" werd bedoeld een paardenkorps, een afdeling cavalerie. Wat speelde er?
Mr. Jean-Henri, baron des Villates (1757-1797), was actief binnen het Amsterdamse burgerkorps.
Na de omwenteling van 1787 trachtte hij een legertje op de been te brengen om de orangistische
regering ten val te brengen. Dit lekte uit. Op 4 september 1788 werd mr. J.H. des Villates in Hille-
gom (hij bezat hier een buitenhuis) door de drost van het Hof van Holland gearresteerd. Op 9 okto
ber 1789 werd hij tot 25 jaar gevangenis veroordeeld. In 1795 kwam hij vervroegd vrij. Het ge
noemde paardenkorps was dit, uit o.a. cavalerie bestaande, patriotse legertje van sept. 1788.
62 Zie de vorige voetnoot voor uitleg. Vatebender werd er dus van beschuldigd contacten te onder
houden, via geheime correspondentie, met dit patriotse paardenkorps (nog in geheime oprichting,
althans) te Amsterdam.
63 Gerard Carel Coenraad Vatebender (1758-1822), sinds september 1784 de rector van de latijnse
school aan de Groeneweg. De rector was patriots. Zijn naam komt voor op de ledenlijst van de Pa
triottische Sociëteit.