30
Deze merge quame ook voor de heere burgeme[e]sters eenige gequeste, met doe-
ke bewonde hoofte, hunne klagte inbrenge over 't slaan van de militaire op den dag
te voore en bragte meede eenige getuijge, dog wierde van de heere van de hand
geweeze en hun gezijd dat zij het ongeval haar71 was overgekoome aan haar eijge
onvoorsigtig gedrag te wijten hadde.
Hiermeede scheene de gemoedere te bedaare. De gemelde combuste was oorsaak
dat het collegie van de magistraet arresteerde een puplicatie op dingsdag den 16
september72 en gepubliceert den selve dage, zijnde juijst den dag tevoore dat het
eerste jaarfeest van de heugelijke omwenteling in deeze stad van de voorstanders
van 't oranje zoude gevierd worde.
Aan de toebereijdsels van dit heugelijk feest was er al eenige weeke te voren gear-
bijd tot het vervaardig van eenige decoratien, daardoor veele bedugt waare hoe dat
het met die [23v] vrolijkheijd zoude afloope. Intusschen dat de magistraet de ge
melde publicatie arrestierd en publiceerde waare de leede van gemelde oraniesoci-
tijd werksaam voor hun socitijd te stelle een gaanderij ter lengte van 29 voete en
breet 2 1/z voet, om des te beeter hunne ligte te konne aansteeke en op het zelve te
doen vervaardige de volgende 11 stukke:73
1 Stuk op het meddelste schilderij wierde vertoont de alliantie met de krone van
Engeland en Pruisen, verbeeld door eene rijpe vrugt dragende oranjeboom. Aan de
eene sijde van de tobbe waarin de oranie boom geplant stond, legt de leeuw, in een
vrolijke luijm, met de 7 pijle in zijn klaauw, het oranie lommer aan te zien, verbeel
dende de 7 provintien. Aan de andere sijde de eenhoorn, verbeeldende Engeland.
Boven den oranjeboom een vliegende arent, verbeeldende Pruisen, hebbende den
arent een keeten in zijn eenen klaauw, waaraan de leeuw en eenhoorn neevens de
oranjeboom saam verbonden zijn, en in de andere klaauw bliksemstraale. De voet
van dit schilderij was verciert met een oranie lint, daarop stont te leeze:
door Gode raad en macht
is dit tot stand gebracht
[24r] 2 Stuk aan de regterzijde van het middelste schilderij een steene beeld, de
geregtigheid, in de regterhant een swaart en in de linkerhant de evenaar.
3 Stuk aan de linkerzijde van het middelste schilderij een standbeeld, de standvas
tigheid.
4 Stuk naast [het] tweede stuk is weer een groot schilderij, waarop een marmer
gevaarte vertoont word. Op het zelve ziet men zijn hoogheijd in Guarde du Corps
monteering met de teekenen zijner waardigheijd voorzien. Naast zijn hoogheijd
word de vrijheijd verbeeld door een maagt met de hoed en speer. Aan de zijde der
maagt ziet men de godsdienst met een boek in de hand uijt de wolke koomende en
het zelve zijn hoogheid aanbiendende, die het over de schouder van de maagt aan
neemt. Boven zijn hoogheijd komt een engel uijt de wolke, een lourkrans74 zijn
hoogheijd boven het hooft houdende.
71 Dit "haar" te lezen als "hun"
72 SAMH, AC 01, OAG 323, PubHcatieboeken, 16 september 1788
73 Zie ook de gedetailleerde beschrijvingen van deze versieringen in: Nieuwe Nederlandsche Jaar
boeken, september 1788, 1368-1372.
74 Hier wordt bedoeld een lauwerkrans.