34
Ook wierde door gemelde commissarisse den nieuwe krijgsraad, door een publicatie
op naam en last van zijn hoogheijd, in hunne poste aangesteld. Vervolgens door
gemelde heere comisarisse ter maaltijt versogt in hun logement en deftig ontfange.
Het regelement moest nog worde met eenige alteratien en amplatien verbeetert,
dus niet klaar zijnde wierd hetselve eenige dage later gearresteerd, en wel den 24
januarij en den 3 februarij daaraan volgende van de puije van het raadhuijs gepu-
bliceert. Daar in gemeld wierd dat zodanige persoone die, om reedene niet in de
schutterij konde gebragt worde, moeste worde gebragt onder een contributies ten
profijte van den burger krijgsraad.
De heer van den krijgsraad, daar zeer over verblijd zijnde, benoemde een commis
sie, bestaande uijt de heer collonel, een capitijn en luijtenant met een vendrig [28v]
om zijn hoogheijd voor zijne wijse schikkinge, en ook de voordeele die de krijgsraad
uijt het contributie geld in het vervolg konde trekke, te gaan bedanke.
Deeze commissie is de volgende dag, woensdag den 4 februarij, met het stadsjagt,
nadat de krijgsraad daartoe van de heere permissie gekreege hadde, vertrokke.
Donderdag audienti bij zijn hoogheid gekreege hebbe, zijn des vrijdags, den 6 fe
bruarij, zeer vergenoegt in een goede welstand t' huijs gearriveerd.
Den 18 en 19 februarij wierd weederom door een stadsboode, met de boode van de
krijgsraad, aan de huijse der patriotte rond gegaan, en gevraagt om geweer en wa-
pene, uijt hoofde dat er veele geweere met de eerste ontwapening zijn gestoole of
weggeraakt.
Op den 28 februarij hebbe de heere commissarise, welke gewees zijn mr. Willem
Mauritz87 Swellengrebel en Gerrit Boon van Ostade, tot het afneeme van den eed op
het betale van den 25 penning, begonne met het afneeme van den eed volgens de
wijze, nadat alvoorens de wijkmeesters daarvan een lijst gemaakt en ingeleeverd
hadde, dat geëindigt is den 25 mij.
Den 8 maart was de hooftwag boven op de kaamer geullimineert met 4 peremide.
Op ijder stonde 5 kaarse. Voor de oraniesocitijd wiert vertoond den voorgemelde
kast met eenige vermee[r]dering op de kast met een schilderstuk, verbeeld den
[29r] prins te paart. En voor 't raam boven de voordeur aan straad met een satie-
net, daar 't wape van gemelde socitijd op geschilderd stond, zijnde SSS.88 Om 't
waape in 't ronde stond te leeze: Qpregte Vaderlandse Socitijden van onder:
het burgerhart dat vrijheijt mint
is staats-, stadhouders- en stadsgezint
Eijndelijk werde door de reegering op de 23 maart de gedissolveerde schutterij op
ontboode en beëdigd, welke hunne eerste nagtwagt gehoude hebbe op den 4 april
daaraan volgende. Beginnende met de compagnie van de Markt hebbe de capitijn
Verrijst de eerste nagtwagt en heeft de wagthebbende schutters deftig geinstel-
leert.
87 De auteur noemt in de tekst als enige voornaam "Jan". Hij vergist zich, dit moet zijn: "Willem
Mauritz".
88 Zie gedichtje er vlak onder. Afkorting voor: "Staats-, Stadhouders- en Stadsgezind"