38 99 Anthonij Foezik, een winkelier, lid van de Patriottische Sociëteit 100 De beide partijen (of: de tegenstanders) van elkaar te scheiden, uit elkaar te houden. 101 Andris van Zaltbommel en Teunis Swanenburg waren leden van de Oranjesociëteit. Jan Snel en Adrianus Cinke waren dat niet, maar hadden in september 1787 wel behoord tot de plunderaars. De gemelde compagnie [31r] wier door de op de stoep van gemelde veerhuijs staan de patriotte zeer beleeft begroet, dat door de officiers van gemelde compagnie insge- lijke beantwoord wierd. Eenige van de schutters, nog dronke zijnde van de wijn, daar gemelde schutters in 't stal van hun capitijn op getracteerd zijn, viele, nadat de com pagnie bedankt is, met geweer en wapene, omtrend 20 in getal, in gemelde veerhuijs op de daar in zijnde patriotte aan, zodat de klokke 1 uure de oppasser Van Geele in 't gemelde huijs van 't gebeurde kennis geeft aan de hooftwagt van de militaare, en versoekt om adsistentie. Terstond wierd de militaare wagt verdubbeld en een klijne commande gezonde na 't gemelde veerhuijs om dat van buijte aan straad af te zette. Een Anthonij Foezik,99 daar de oproerig[e] schutterij 't meest op verbitterd is, waerd door gemelde schutters het eerst aangevalle en door den adjudant Jan Verhoog order gegeve aan de com mande militaare die het eerst in ar[r]est te brenge, zonder dat hij iets tot zijne be schuldiging van eenige misdaadt te konne inbrenge, zodat gemelde Anth. Foezik om half twee wierd in de militaare hooftwagt in ares gebragt. Om twee uure trekt de heer capitijn Klink met de halve companie gran[a]diers van de hooftwagt na 't gemelde veerhuijs. Daar gekoome zijnde vinde [zij] aldaar de heer baliuw Van Harencarspel Decker, omringt door omtrend 20 gewapende schutters, die hem met de banienette van 't stadsgeweer willende doorsteeke, bij 't haer trokke, desselfs linde scheurde en over de grond sleepte, zodat zijn wel Ed. Gestrenge genoodsaak wierd om [31v] aan de militare adsistentie [in] te roepe, die daarop toe stormloope en den balliuw als uijt de hande der moordenaare verloste, en veele van de schutters daardoor gekwest wierde, waarvan er eenige nooijt zijn in staad geweest hunne hande als voore te kunne ge- bruijke. Teunis Swanenburg, [een] schippersknegt, wierde de vinggers afgesneede. De heere van de burger krijgsraad biede de heer baliuw Van Harencarspel Decker een compagnie schutters tot adsistentie aan. Zijn wel Ed. Gestrenge wijgerde die aan te neeme en zijde het met de militaare wel te kunne afzien en met het canalje geen doen te wille hebbe. De heere van de burger krijgsraad, over de gemelde uit drukking] van de heer baliuw geadfronteerd zijnde, inzonderheijd de heer capitijn Verrijst, heer van Oucoop, die van oordeel was dat er geen miliaare magt teegen burgers moest gebruijkt worde. De officiers van de militaare zijde dat de rust van de stad haar was toevertrouwt en hun post was bijde partijje100 van den andere te houde. Eijndelijk wierde om half drie de twintig oproerige burgers door de heer bur.m. Van der Hoeve en de heer collenel Van der Does uijt het gemelde veerhuijs gejaagt met geweer en wapenen na 't stadhuijs, behalve eenige die door de heer hooft baliuw reeds al ontwapent waare: Adrianus Cinke, Jan Snel, Teunis Swanen burg [en] Andris van Zaltbommel.101 Om 3 uure was het magistraad. Voor deselve kwam een commissie uijt de burgerij hunne klagte inbrenge over de mishandeling van de militaare, en versogte aan de heere van de magistraad dat de militaare de stad zoude verlaate en de rust aan de schutterij [32r] zoude worde toevertrouwd en de alarmklok zoude getrokke worde en den trom geroerd.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2011 | | pagina 40