39 De militaare de stad uit kon niet worde geac[c]ordeert, maar de rust moest aan de schutters worde toevertrouw, zodat om vier uure de trom wierd geslage, apel voor de companie van de Oosthaven, welke schutters ilico,102 op 't roere van den trom, in de wapene kwaame, en saam vergaarde voor 't huis van de heer capitijn Frederik van der Hoeve, die zich voor dezelve plaaste en daarmeede afmarscheert na de Markt tot voor het stadhuijs, dat door een gedeelte van deeze companie wierd bezet en hunne wagt hielde op het beneedeplijn. De schildwagte wierde gezet op de baalie. Het ander gedeelte van deeze companie, bestaande alleen uijt het capitijns rot, marscheerde na gemelde veerhuijs om dat in bescherming te neeme en de militaare aldaar van hunne post te drijve, zodat snamiddag om 5 uure de heer capitijn Klink met gemelde granadiers en muskettiers afmarsheerde langs den Turfmarkt, laten de, op ordre van de magistraad, na de begeerte van de burger krijgsraad en de wil van 't oranievolkie, de zorg van de rust aan een oproerige schutterij over. En wierd in het afmarscheere door 't canalje uijtgejout en nageschreeuw. Om 6 uure wierde de militaare van hunne officiers na hunne quartiere gezonde, eg- ter met een belasting van zich in gereedheid te houde, want de heer Duvo, als commandant van de [32v] militaare, was geaccordeerdt, zoude bij de heer capitijn F. van der Hoeve blijve om een waakent oog te houde in hoe ver deeze companie schutters de rust zoude herstelle. In den avond werde nog eenige ruijte aan stuk gesmeete in 't huijs van de heer oud- balliuw C.N. Plemper van Bree, die daarvan kennis laat geeve door zijn knegt aan de heer B. van der Hoeve, die aan 't huijs was van de heer oud-burgemeester De Moor. Gemelde B. van der Hoeve, daarvan kennis hebbende, bezorgde direcht een burgers onder de sersjant Willem Koornvan voor 't gemelde huijs die aldaar de wagt hielde. Des avond om half neege trok de steedehouder met de dienaars van de justitie van 't gemelde veerhuijs, benevens de heer collenel A. Jacob van der Does, na huijs, wierd door een groote meenigte van volk gevolgt en in de Groenendaal met steene geworpe, zodat gemelde zich met de vlugt moeste redde in de hooftwagt van de militaare. Hoewel het gemelde veerhuijs door de schutters wierd bewaart, onderneemt een jonge [iets door] met een steen door de glaase te smijte. De schutterij toonde hun ne vigalantie en vatte de jong, door de wandeling genaamt Koevoet,103 bij de luerve en bragte hem op stadhuijs in arest, en eijschte dat gemelde jonge na regte zoude gestraft worde. Maar den regter, dat niet goed oordeelende, stelde [33r] de straf waardige jonge met den onschuldig Anthonij Foezik gelijk en liete die bijde, na eenige dage in arest gezeete te hebbe, los. Hier meede is deeze verschrikkelijke eerste wapenschouwingsdag geeijndigt. Veele liede zijn van gedagt dat dit een ge maakt plan is gewees om door schrikke en drijgende oproeren de patriotte tot het betale van de gevorderde contributie te brenge, dat ook dit jaar de heere van den krijgsraad wel gelukte. 102 Dit woord, "ilico" terstond, op staande voet (Latijn). 103 Een zekere Arnoldus Koevoet was lid van de Oranjesociëteit. Tot de plunderaars behoorde een zekere Jacob Koevoet, zonder beroep. Wellicht was deze jongen zijn zoon? Dit is niet met zekerheid te zeggen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2011 | | pagina 41