2 Wat was de doelstelling van de Goudse orangisten na september 1787? De doelstelling van de Oranjesociëteit was een volkomen vernietiging van het patri ottisme in de stad. Zuivering, verwijdering en bestraffing waren kernbegrippen. De middelen die hierbij werden ingezet waren het voortdurend op gang houden van onrust en het zaaien van angst onder de bevolking. De doelstellingen van de Oran jesociëteit waren revolutionair te noemen, want zij streefde naar een samenleving die er, ook voor 1780, in die vorm nog nooit was geweest. Het ging de Oranjesocië teit om een 'uitvergroting' (misschien is dit het accurate woord) van elementen in de samenleving waar zij grote waarde aan hechtte: een bijkans monarchale rol voor het Oranjehuis, nationale eenheid (De waare Vaderland-liefdê), de dominante plaats die de Nederduitse gereformeerde kerk behoorde in te nemen (zonder dissidente predikanten) en geen regenten aan het bewind die zich antistadhouderlijk opstel den, of die ruimte boden aan andersdenkenden. Ter onderscheiding van de patriot tenrevolutie is de term 'contrarevolutie' hier goed bruikbaar. Het stadsbestuur wilde daarentegen herstel van de rust en terugkeer naar 'normale' stedelijke verhoudingen. Belangrijk om te benadrukken is verder dat Gouda onge veer 12.000 inwoners telde; 300 tot 500 mannelijke burgers (de ex-patriotten) uit sluiten van het stedelijke leven zou een ramp voor het corporatieve leven in de stad betekenen. Zo was er voortdurend een gebrek aan geschikte kandidaten om de vroedschap aan te vullen. Het economische leven leed onder het feit dat vele patri otten de stad waren ontvlucht, vaak burgers uit de 'middengroepen', zeer van be lang voor de stedelijke economie. De schutterij, verantwoordelijk voor de veiligheid in de stad, was politiek diep verdeeld, en moest haar taak bovendien met minder schutters zien te klaren. Gilden verloren door de zuiveringen hoofdmannen en le den. Het stadsbestuur zag het zedelijk niveau van de burgers bedreigd door de af wezigheid van twee patriotse predikanten. Hun predikbeurten vielen uit, dopen moesten worden uitgesteld. De lijst met problemen was eindeloos lang voor de ma gistraat. Alleen door patriotten weer toe te laten tot het gewone stedelijke leven kon de stad een kans op geleidelijk herstel maken. Maar hier vond het stadsbestuur dus de Oranjesociëteit op zijn weg. Essentieel was dat het stadsbestuur in deze fase wel over een garnizoen kon beschikken. Dit feit zou van doorslaggevend belang blijken bij het beslechten van het grote fundamentele conflict dat tot september 1790 in Gouda veel op straat werd uitgevochten: een orangistische contrarevolutie of een rustherstellende restauratie. Een schokkende tijd De gebeurtenissen in de periode vanaf najaar 1787 tot einde 1788 waren voor de tijdgenoten uiterst schokkend.2 Geweld en politieke instabiliteit waren aan de or de van de dag. De in onze tijd veelgehoorde opmerking over de 'kloof' tussen 'poli tiek en burgers' valt voor de periode na de omwenteling van 1787 ook te maken. 2 Dit merkt ook A.D. de Jonge op aan het begin van zijn artikel over de Haarlemse vroedschap. Jon ge, A.D. de, 'Een Haarlemse vroedschap met weinig Haarlemmers. De restauratievroedschap in Haarlem van 1788 tot 1795', in: Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie 40 (1986) 175- 233

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2011 | | pagina 4