Het zege! van Jacoba van Beieren aan de schutters-oorkonde (foto SAMH) De tekst van de oorkonde luidt: 64 De tekst van de oorkonde is op diverse plaatsen zeer moeilijk leesbaar. De inkt lijkt hier en daar te zijn doorgelopen, en elders weer verbleekt. Een zwart-wit foto van de tekst, beschikbaar in het fotoarchief van het SAMH, is bij sommige woorden zelfs scherper dan het origineel. "Jacob, bi der genaden Goids hertoginne in Beyeren, gravinne van Henegouwen, van Hollant, van Ze/ant, van Ponthieu ende vrouwe van Vriestant, doen cond allen luden dat wij, om rechte liefde ende gonste die wij dragen tot onsen getruwen stede ende pointeren van der Goude, ende sonderh'nge tot onsen gemeynen schut(t)en van den voethoge aldair, dat overmids menigen truwen dienste die sij ons menichfoudelick in onsen reysen gedaen hebben, dagelix doen, ende, wilt God, noch doen sullen, denselven schutten voirn., gemeynlick bynnen onse stede van der Goude voirsz., gegeven hebben ende geven mit desen brieve sulce vryheden:

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2011 | | pagina 22