89
4. Het begin van de seculiere stad II
Ruimte voor de ambachtsman
Voor het bestuderen van de kopers van de kloosterpercelen is het belangrijk terug
te keren naar de akten zelf. Allereerst vraagt hier de methode van verkoop nog om
een nadere uitleg. Alleen bij een goed begrip van de veilingpraktijk zijn de namen
van de verschillende betrokkenen juist te interpreteren. Hoe ging de verkoop van de
kloosterpercelen in Gouda in z'n werk?
Opbod en afmijning
De verkoop van de Goudse percelen gebeurde meestal per opbod en afmijning of
afslag. Met dit systeem was de hoogste bieder niet noodzakelijk de koper. In de
eerste ronde werd er per opbod een streefbedrag ingesteld. De hoogste bieder ont
ving hiervoor een "treckpenninck*3-, een premie bestaande uit een bepaald percen
tage van zijn bod. Deze bonus, ook wel trekgeld, strijkgeld64 of plokpenning gehe
ten, moest het opbieden stimuleren. Het hoogste bod gaf een indicatie van de
marktprijs. Een dergelijk systeem bestaat nog steeds op bijvoorbeeld de Amster
damse Onroerend Goedveiling. In de Goudse verkoopakten werden de hoogste bie
ders vrijwel altijd vermeld.
61
62
63
64
B. van den Berg en H.J. Sprokholt'Begrensd door muren en wallen' 276
Idem 282
Gouda, SAMH, OAG, Verhuyr en vercoopboeken der stadt Gouda, inv. nr. 544 f. 129v.
Website Geïntegreerde Taal-Bank: http://gtb.inl.nl/ frecpe/f'01-12-2010
De auteurs menen verder dat de stad in deze vermeende tien jaar een "ingrijpende
gedaanteverandering [onderging], zowel uiterlijk als functioneel^Deze opmerking
zou pas terecht zijn als hiermee ook de periode tot 1606 bedoeld werd. Vreemd ge
noeg echter concluderen de auteurs enkele pagina's verderop iets geheel anders:
"Hoe ingrijpend de gebeurtenissen in de eerste decennia na de Opstand ook waren,
zij Heten het uiterlijk van de stad vrijwel ongemoeid.En "in stedenbouwkundig
opzicht waren de effecten gering". Deze uitspraken zijn onverenigbaar met de eer
dere zinsnede uit het artikel, en bovendien aanvechtbaar. Er gebeurde in Gouda
namelijk veel meer dan enkel het verdwijnen van een aantal beeldbepalende ge
bouwen, zoals het Minderbroedersklooster en het Margaretenklooster. Het aantal
verkochte kloostererven in de periode 1576-1606 toont dit al aan: het waren er mi
nimaal 76. Er kwam in deze dertig jaar een ongewone hoeveelheid stadsgrond vrij.
De magistraat zorgde met de voorwaarden in de koopaktes ervoor dat de nieuwe
bebouwing volgens de recentste stedenbouwkundige inzichten verliep. We noemden
in dit verband het verdwijnen van de druipstroken en de komst van goten, de aan
leg van verharde straten en de komst van stenen muren en pannendaken. Het ui
terlijk van de stad veranderde in bepaalde wijken daarom wel degelijk: de stad won
aan moderniteit. Gouda onderging in een periode van dertig jaar een gefaseerd pro
ces van stedelijke herindeling. Hierbij werden grote hoeveelheden stedelijke ruimte
met een religieus doel omgezet in stedelijke ruimte met een algemeen of seculier
doel. Dit proces van stedelijke herindeling is dus tegelijkertijd een secularisatieproces.