convent 1593
X
Jan Cornelisz.
x
Mariaconvent 1582
x
x
79 Zie tabel 2, p. 92
93
x
XX
X
X
fl. 388
fl. 566
Schipper
Snijder
Aantal
beroeps
groepen: 22
Enkel Enkel
borg- bieders
stel- van het
Iers: 9 hoogste
bod: 5
Aanko
pen: 19
Mariaconvent 1582
Catharijnen
convent 1593
Catharijnen
Jacob Jansz.
Adriaen
Cornelisz.
Smit Harman Henrix
Spellemaecke Jacob Pietersz.
r
Timmerman
Koper: de ambachtsman
Naast het bescheiden aantal leden van de vroedschap is er een grotere groep te
herkennen binnen de belangstellenden in de Goudse kloosterterreinen. Het betreft
de groep van vaklui en ambachtslieden. In de verkoopakten staat hun beroep direct
achter hun naam genoteerd. In tabel 2 staat een overzicht van alle vertegenwoor
digde beroepsgroepen, 22 in totaal. Deze groep ambachtslieden deed 19 aankopen
uit de 76 percelen en stond negen keer borg voor de aankoop van een ander. Vijf
keer werd er een onsuccesvol bod uitgebracht.79 Bij 30 verkopingen van de 76 was
er minstens één ambachtsman betrokken in het bieden, kopen of borg staan. De
gemiddelde prijs van de erven die door de ambachtslieden werden gekocht was 246
gulden. Dit bedrag lag 84,5 gulden lager dan de gemiddelde prijs van alle percelen
en 119 gulden lager dan de gemiddelde waarde van de door vroedschappen ge
kochte erven. Vooral het laatste verschil is vrij groot en is ook verklaarbaar: de
vroedschappen waren over het algemeen vermogender dan de ambachtslieden en
kozen zodoende voor duurdere stukken grond.
Is het verschil tussen de hoeveelheid gekochte percelen door de vroedschappen
(11) en door de ambachtslieden (19) wel groot genoeg om uitspraken aan te ontle
nen? Is het aantal ambachtslieden juist niet erg laag? Er waren tenslotte veel min
der vroedschappen dan ambachtslieden in Gouda. Voor het beantwoorden van deze
vraag moeten we een aantal zaken in ogenschouw nemen. Het aantal kopende
vroedschappen is met zekerheid vast te stellen, omdat deze op naam kunnen wor
den gecontroleerd. Dit is niet mogelijk bij de ambachtslieden. Het werkelijke aantal
kopende ambachtslieden lag waarschijnlijk hoger dan de hier gevonden 19. Bij veel
namen in de akten werd immers geen beroep vermeld, terwijl men dat waarschijn
lijk wel had. De bij name genoemde ambachtslieden in tabel 2 vertegenwoordigen
zo een grotere, niet te onderschatten groep.
Timmerman Maerten Jansz. x
Wantslager Jan Hendricx
Wielmaecker Daem
Willemsz.*