79
17 Geciteerd in: P. Nissen, 'De gevolgen van de Reformatie voor de kloosters in Nederland'
193
18 P.H.A.M. Abels 'Voor de vrijheid en tegen Oranje' in: Duizendjaar Gouda, een stadsge
schiedenis (Hilversum 2002) 308
19 J. Smit, 'Gouda gaat over naar den Prins' in: Oudheidkundige Kring 'die Goude"-Eerste
verzameling bijdragen. (Gouda 1934) 75-76
20 P.H.A.M. Abels 'Voor de vrijheid en tegen Oranje' 310-311
2. Het einde van de katholieke stad
De geuzen in Gouda
De zomer van 1572 begon met de overgang van de stad naar de prins van Oranje.
Deze overgang ging niet van harte, omdat het Goudse stadsbestuur nog steeds uit
katholieken bestond, en ook onder de bevolking bevonden zich nog weinig aanhan
gers van de Reformatie. De overgang van Gouda had dan ook veel te maken met
toeval, opportunisme en angst.18
In het overwegend katholieke Gouda ontstond in april 1572 een duidelijke anti-
Spaanse sfeer. Na de inname van Den Briel door de geuzen ging in Gouda het ge
rucht dat er Spaanse soldaten gelegerd zouden worden in het stadskasteel, dit om
een eventuele komst van de geuzen naar Gouda te verhinderen. Het kasteel lag di
rect aan de IJssel en was verbonden met het Minderbroedersklooster dat binnen de
stadsmuren lag. Via het kasteel kon men dus in Gouda komen zonder hiervoor een
stadspoort te hoeven passeren. Men vreesde daarom een Spaanse 'invasie' van de
stad via het kasteel en het Minderbroedersklooster. De komst van Spaanse soldaten
in de stad was het laatste dat men wenste. Nog in dezelfde maand april ramde een
woedende volksmenigte de poorten van het kasteel en belaagde ook het Minder
broedersklooster.19
De gedachte aan de komst van de geuzen richting Gouda bleek geen illusie te zijn.
Enkele maanden later, op 19 juni, wisten de geuzen Oudewater met een list te be
zetten. Gesterkt door dit succes en de ontstane anti-Spaanse stemming in de stad
meenden enkele Goudse aanhangers van de prins van Oranje dat de tijd rijp was
voor een machtswisseling. Er werd contact gezocht met de geuzenaanvoerder jonk
heer Adriaen van Swieten in Oudewater. Vroeg in de morgen van 21 juni werd de
Kleiwegpoort geopend en trok een klein legertje geuzen Gouda binnen. Van Swieten
eiste van de vroedschap en de schutterij de eed van trouw aan Oranje, iets waar zij
na enkele dagen toe bereid waren. Het stadbestuur stelde wel nadrukkelijke voor
waarden: de onaantastbaarheid van de stedelijke privileges en het waarborgen van
religievrijheid.20
De minister-generaal van de Utrechtse tertiarissen, Willem Frank van Horssen,
klaagde in 1568 over het feit dat er 'diverse religieusen duer seductie van geu
sen ende andere onduechdeücke gheesten zijn verieijt gheweest, zuixc datter
eenigh hun habijt, ordre ende religie hebben verlaten'.17
Ook in Gouda zou de Opstand zorgen voor een versnelde leegloop van de kloosters.
De herfst van 1572 zou voor de Goudse kloostergemeenschap het absolute diepte
punt zijn.