43
Op de kaart van 1563 is de turfwinning opvallend genoeg niet te zien. Wel zijn de
gevolgen van afslag van land bij de Rotte Meren linksonder aangeduid als 'nu
weggespoeld', maar mogelijk is dat een latere toevoeging door één van de beide
kopiisten. Het zo fraai afgebeelde dorp met de kerk aan de rechterzijde laat een
normaal beeld van een landelijke nederzetting met boerderijen en de nodige
hooibergen en bomen zien; niet bepaald het aanzien van een sterk vergraven
landschap, zoals dat wel op zeventiende-eeuwse kaarten is te zien. De kerk is
overigens dan nog (deels?) relatief nieuw: in 1526 werd door de keizer octrooi
gegeven lijfrenten te verkopen voor de in aanbouw zijnde kerk, de oude bleek
vervallen.8
De gewonnen turf werd verscheept naar de omliggende grote Hollandse steden, maar
ook naar Zeeland, Brabant en Vlaanderen. Het slagturven of turfbaggeren greep
onder druk van deze groeiende stedelijke vraag razendsnel om zich heen. Een
nauwkeurig belastingkohier (tiende penning) van 1543 maakt een telling mogelijk
waaruit blijkt dat van de 2575 opgegeven morgens in Zevenhuizen er 1142 als
verdolven worden gerekend. Door het nu dieper weggegraven veen tot onder de
waterspiegel was herstel op den duur van het natuurlijke landschap veel on
waarschijnlijker geworden. Toen nog slechts droog verveend werd was het weer
dichtgroeien van het veen bij voldoende rust mogelijk. Hoogheemraadschappen
bepaalden weliswaar dat de uitgegraven petten weer toegemaakt dienden te
worden, maar de stedelijke opdrachtgevers voor de turfgraverij lieten zich daar
weinig aan gelegen liggen. Het dorp kende in deze periode een enorme be
volkingsgroei: in 1514 werden er 88 huizen geteld, in 1557 206. Dat zal onge
twijfeld samenhangen met het slagturven.
In de besproken rekening van de geconfisceerde goederen is de oudst bewaarde
gedetailleerde opgave van de turfwinning in Zevenhuizen te vinden. De gewonnen
hoeveelheden variëren in 1573 per persoon tussen 50 en 1600 tonnen (last gere
kend a 100 tonnen), totaal werd bijna 851 last gewonnen in 171 aangiften (gemid
deld bijna 5 last of 497 tonnen per persoon). In de Wildevenen (het noordelijke
deel, later Moerkapelle genaamd), groot 800 morgen, werd ruim 1136 last geslagen
door 140 slagturvers, wat een gemiddelde van ruim 8 last ofwel 811 tonnen geeft.
Het individueel maximum lag hier ruim drie keer hoger dan in Zevenhuizen: Michiel
Claesz. Bontenbal liet 51 last noteren. Hij was afkomstig uit een in een opkomst
zijnde plaatselijke familie, die vele secretarissen en schouten zou leveren.7
7 Ik hoop elders op de turfwinning nader terug te komen.
8 NA, Rek.Reg. inv.nr. 7 f.226/v. Hoek (1994) kent dit gegeven niet, maar stelt dat de ver
plaatsing van de kerk in de richting van het huis ter Duyn (en de huidige plek) al begin vijf
tiende eeuw plaatsvond en dat archeologisch onderzoek aantoont dat de bouw van de huidige
kerk toen ook is begonnen, maar door de Hoekse en Kabeljauwse twisten stil kwam te liggen.
Mogelijk gaat het dan om herstel en/of voltooiing in 1526. Oorspronkelijk lagen dorp en kerk
veel meer richting de Rotte. Op de genoemde kaart van de Rotte uit 1566 (noot 3) is de kerk
uiterst linksboven afgebeeld en op flinke afstand westwaarts het oude kerkhof van Zevenhui
zen, waarmee ongetwijfeld de oude plaats van de kerk wordt onthuld.