Medewerkers Mesker, 1943 75 De productie: 'een lijdensweg' Per 1 januari 1946 veranderde de organisatievorm van het bedrijf, voortaan heette het de Commanditaire Vennootschap Zilverfabriek A. Mesker Zoon. Onder toezicht en leiding van de vennoten IC. Voorsluijs, P.A. Mesker, G. Boere en J.C. Mesker (in deze volgorde bij de Kamer van Koophandel geregistreerd) hield de fabriek aan de Koestraat zich bezig met de fabricage en groothandel van gouden, zilveren en ver zilverde sier- en gebruiksvoorwerpen. Voorsluijs was van origine geen zilversmid, maar had meer ondernemerskwaliteiten. Mede door hem werden de werkzaamheden van de fabriek begin 1943 uitgebreid met de vervaardiging van medische, chirurgische en tandheelkundige instrumenten. Een dekmantel? In ieder geval gaf de uitbreiding meer zekerheid (of mogelijkheid) dat het bedrijf grondstoffen zou toegewezen krijgen. Korte tijd - van voorjaar 1943 tot mei 1944 - was het kantoor van de onderneming op het huisadres van Voorsluijs gevestigd, maar mogelijk vanwege de riskante situatie gezien de leeftijd van deze vennoot was het toch weer terugverhuisd naar de Koestraat. Cor Mesker had moe ten onderduiken en de jonge Arie Mesker (zoon van Pieter Anthony) was, evenals een andere werknemer, J.H.L. Groen, in die tijd in Duitsland tewerkgesteld. Hun werk werd overgenomen door twee onderduikers.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2012 | | pagina 13