7
Wat gebeurde er volgens dat boek? De hoofdtekst zegt vanuit een Rotterdamse op
tiek: "Ondertusschen, overal in uwe nabuurschap, langs de Maas naar Schiedam, en
den Ysselstroom op, tot Gouda toe, zie ik de jammer/yke gevolgen van 't geen wind
en vloed hebben uitgericht...". Een forse voetnoot legt het nader uit, om te begin
nen over dezelfde plek als in 1953: "Te Nieuwerkerk in den Essenpolder, naby de
Poldersluis, was in den dyk eene opening van omtrent 25 voeten gekomen, ter
diepte van wel 9 voeten. Was deeze breuk niet tijdig gestopt, gansch Schieland was
ondergeloopen. Een jonge man verloor hier by zyn leven. In den Ysel stond het wa
ter, 't welk des morgens omtrent half tien uren begon te wassen, met den eersten
vloed by na tot aan het peil van 'tjaar 1717.Vervolgd werd met: Tla/7 den Korten
oord, tusschen Rotterdam en Gouda, is, in den zogenaamden Groenendyk, een
breuk gekomen, door welke de huizen, aan de lage zyde van het Dorp Moordrecht,
zo wel, als de daarin zynde meubelen, veel door het water geleden hebben, en
waar by een Jongeling omgekomen is. Het middel tot herstel deezer inbraak was,
het doen zinken van eenige schuiten, geladen met aarde, puin, enz. De verwarring
in het gantsche Dorp, was zeer groot, toen men aldaar de tyding van dit ongelukkig
toeval vernam. De omroeper werd aanstonds gelast, elk, die in staat was eenigen
dienst te bewyzen, opentlyk te verzoeken, zig naar de plaats van 't ongeluk te be-
geeven, ten einde de behulpzame hand te bieden. Uit het Dorp Gouderak, aan de
overzyde van den Yssel gelegen, zag men by honderden lantaarnen van de Heden,
die ter hulpe óverkwamen. Het vooruitzicht was zeer veeg voor den Ysseldyk, ver
mits de buitenplaats de Snellen, thans toebehoorende aan den Wel Edelen Gestren-
gen Heere Mr. Jacob Herman Vingerhoedt, Raad in de Vroedschap der Stad Rotter
dam, en een steenplaats, aan dien dyk staande, reeds geïnundeerd waren, doch de
doorbraak in den zogenoemden Groenendyk, heeft den Ysseldyk behouden.
'Kaart en meetinge van een stuk lands met desselfs dijk en buiteland,
genaamd de Snelle leggende onder Moordrecht, toebehoorende N. en
J. Okhuizen', Willem van Eek 1802 (Oud-archief Schielandinv.nr. 3439)
