Sprokkeling met bokking...
Bregje de Wit
Quele: Deutsche Fotothek
66
"Examinatie gedaen bij den Heer Baillu op Thiendeweghspoort, present de Heeren
Schepenen demtis Van der Mey, Suys en De Vrije op den 10e October 1701.
Philip Arentsz geboortigh van Gent een varentgesei out vier off vijffen twin tigh jae-
ren bekent dat hij op dingsdagh den f deser is geweest in de Goude Wagen en ai-
daer benevens andere van de waerdin op haar bruioft is beschoncken, dat hij met
Jan Jansz. daer ten huijzen is uijtgegaen, sijnde van den dranck ai wat geraeckt,
Dat hij met denseiven op de Gouwe bij Obré tusschen vier en vijffuijren na de mid-
dagh twee soopjes brandewijn heeft gedroncken, waer door hij volkomen droncken
is geworden,
Dat hij daer ten huijse uijt sijnde gegaen, ende dat hij aende oversijde van de Vis-
marckt heeft gecogt een bockem,
Dat hij met deselve een Juffrouw die daer voorbij quam gaan in haer aengesigt
heeft geslagen,
Dat deselve in een huijs sijnde gevlugt, hij oock in dat selve huijs is gelopen, vloec-
kende ende rasendesonder dat hij gevangen weet dat hij een mes in de handt
heeft gehadt,
Dat hij daer na een meijdt met een rotte appel heeft gegoijt.
(Uit Examinatieboek 1700-1732, ac. 2, inv.nr. 168, blz. 11)
Kopergravure van
W.H. von Hoh berg,
1695
(Een bokking is een
gerookte en gezou
ten haring.)