38
Zelfbewustheid van de regenten
Tussen de regenten onderling heerst een ongedwongen sfeer. In 1906 zitten zij
verslagen bijeen. Twee van hen, J.M. Noothoven van Goor en J. Biezenaar, zijn
overleden en worden tegelijkertijd begraven. ‘Moeilijke ogenblikken beleefden we in
die dagen.... In alle eenvoud werden die vrienden grafwaarts gebracht en wel op
hetzelfde ogenblik. In de Dubbele Buurt bij de Waaistraat (Wijdstraat) passeerden
de stoeten elkaar.
In 1916 ontstaat er een meningsverschil met de gemeente betreffende het beleg
gen van de inkoopsommen, met als gevolg dat de regenten eensgezind aftreden.
Op 3 april installeert burgemeester R.L. Martens een nieuw bestuur, dat zich al
gauw beklaagt over het feit dat er voor hun beleid en het vele werk dat zij verrich
ten bij het gemeentebestuur weinig waardering is. Enige tijd later, bij de viering van
het 25-jarig jubileum, zien de regenten hun kans schoon: zij vragen aan stadssecre
taris G.J.J. Pot, die plaatselijk bekendheid geniet vanwege de historische artikelen
die hij publiceert, of hij voor de Goudsche Courant iets wil schrijven over de Stich
ting. Ze stellen voor dat daarin ‘...voornamelijk zal moeten uitkomen het zuinig
financieel beheer dat steeds gevoerd is en ook dat de gemeente, met uitzondering
van de crisisjaren, belangrijke baten zijn ten deel gevallen'. Pot heeft de hint goed
begrepen en er zich bijna letterlijk aan gehouden.
Een ander steekje onder water aan het adres van het gemeentebestuur wordt ge
hoord bij het 50-jarig jubileum in 1941. De voorzitter houdt een toespraak in de sa
lon van het Huis, waar B en W zijn vertegenwoordigd door loco-burgemeester
H.P.C.M. de Witt Wijnen met zijn echtgenote, wethouder C.H. Koemans en de se
cretaris G.J.J. Pot. Als antwoord op de gelukwens namens B en W merkt de voorzitter
op ‘...dat de toon in sommige schrifturen van het gemeentebestuur naar het college
van regenten (burgers die geheel belangeloos veel voor het gesticht doen) te zeer
de ambtelijke geest ademt en dus vaak prikkelend werkt’, zeg maar: ergernis opwekt.
Overige taken van de regenten
Naast het beheer van de financiën zijn de regenten belast met alledaagse zaken, zoals
de inkoop van levensmiddelen, brandstoffen en de uitbesteding van het wasgoed.
Leveranciers als kruidenier, vleeshouwer, spekslager, groenteboer, bakker, melkboer,
kaashandelaar, steenkolenhandelaar, comestibleswinkelier, aardappelboer, bierslijter
en wijnhandelaar leveren per half jaar, in juli en december, hun prijsopgaven in. De
laagste inschrijver krijgt gewoonlijk de leverantie. De wasserijen schrijven per jaar in
voor de behandeling van het lijf- en huishoudgoed. Lakens en tafelgoed worden in het
Huis zelf gewassen. De eerste 'kleerbleker', J.F. Willems, met een wasserij aan de Kat-
tensingel, heeft een jaarcontract. Hij belooft dat het wasgeld voor het huishouden een
bedrag van ƒ50,- en ƒ18,- per persoon niet te boven zal gaan.
Woongenot
Het moet voor de dames een genoegen zijn geweest om vanuit de stijlvolle conver-
satiekamer of de kamers die aan de straat zijn gelegen de bedrijvigheid aan de Ha
ven gade te slaan. Dagelijks zijn er de Goudsche Courant en Het Nieuws van de
Dag beschikbaar, dus blijven ze goed op de hoogte van wat er in de stad en de we
reld om hen heen gebeurt.