Teksten bij ‘Goude in Holland’
(Met dank aan Mieke den Boer-Snoei en Jan Willem Klein)
De zinnebeeldige tekening is die van een man en, met de zeis, de dood. De teksten
gaan daar ook over. Hiernaast zijn alle teksten uit de prent gelicht en van een ver
taling voorzien.
Het kasteel en de vuurkorf
Bij een vergelijking is duidelijk dat de ‘Meisner 1625’ qua uitvoering gebaseerd is op
de afbeelding bij Braun en Hogenberg: 1e druk Keulen 1572. Opmerkelijk is dat het
kasteel van Gouda ook op de prent van 1625 nog in volle glorie aan de oever van
de IJssel prijkt. Ook op andere anonieme gravures uit de 17de eeuw is dit het geval.
Kennelijk was men nog zeer onder de indruk van het kolossale gebouw, dat al in
1577 was afgebroken, óf wist men het in dit geval in Frankfurt nog niet. Christoffel
Pierson maakte er zelfs een indrukwekkend schilderij van, dat in het bezit is van
Museum Gouda. Al die uitvoeringen berusten echter op fantasie, zo is vaak be
weerd. De afbeelding op de zogenaamde kloosterkaart van Jacob van Deventer is te
klein om Braun en Hoogendorp te ‘checken’. Intussen zegt een monumentaal
werk sinds 2001‘Behalve over de reeds genoemde stadsplattegrond van Van De
venter, die ons globaal over het grondplan informeert, beschikken we over het
stadsprofiel van Braun en Hogenberg. Dit profiel, met een voorstelling van het
kasteel vanaf de IJssel, moet zijn gemaakt tussen 1572 en 1575, maar werd stee
vast op 1585 gedateerd, dus enige jaren na de sloop. Er is geen enkele reden om
de voorstelling af te doen als een fantasieprent, ook al is de interpretatie ervan
moeizaam.’1
Een ander opmerkelijk detail op de kopergravure is de ‘vuurkorf’ die is uitgehangen
aan de toren van de Sint-Janskerk. In de 15de eeuw stelde de stad al torenwachters
aan die met trompetgeschal moesten waarschuwen voor brand of de nadering van
vijandelijke troepen: ‘Oic is overdragen by de vroetscap ende geconsenteert noch
een tromper om te waken upt toorn. '2 Bij het waarnemen van vuur of hevige rook
ontwikkeling werd de vuurkorf in de richting van de brand uitgestoken en de stad-
huisklok geluid. De burgers konden dan, gewapend met hun leren emmer, gaan
helpen om de brand te blussen. Was een torenwachter niet op zijn post, dan kostte
hem dit een forse boete of zelfs verbanning uit de stad. De functie bleef eeuwen
lang bestaan, de laatste torenwachters van Gouda werden pas in 1899 eervol uit
hun functie ontslagen.3 Het (al zinnebeeldige?) wolkje vanuit het bootje in de IJssel
is duidelijk van een doodsgevaarlijk geweerschot. Gebruik van de prent van Meisner
in Goudse publicaties verloor het van die van Braun en Hoogendorp. Voor Zuid-
Holland verscheen ook nog niet zoiets als: Een schatkistje voor Overijssel: Overijs
selse afbeeldingen in de Thesaurus Philopoliticus 1623-1631, Zwolle 1997.
1 Wim Denslagen. De Ned. Monumenten van geschiedenis en kunst, deel Gouda, Zwolle 2001
p. 40
2 Rechtsbronnen der stad Gouda, 29 juli 1500, p. 496
3 Henny van Dolder-de Wit, De Sint-Janskerk te Gouda (2013), p. 53