33
Behalve elf woonkamers met afzonderlijke slaapruimte (alkoof) zijn er ruimten voor
algemeen gebruik als een badkamer, ziekenkamer, eetkamer en conversatiekamer.
Voor de verwarming wordt een gasleiding aangelegd. Er komt ook een nummerbord
met bellen, wat doet denken aan Engelse tv-series als Downton Abbey. De dienst
boden slapen op zolder. In de tuin zorgt een deskundige hovenier voor de aanleg
van bloem- en grasperken.
De plannen worden werkelijkheid
Na hun installatie door B en W vergaderen de vijf regenten op 7 november 1890
voor de eerste keer. Er wordt een huishoudelijk reglement opgesteld en ook een
instructie voor een directrice. In het ‘Nieuws van de Dag' staat tot driemaal toe een
oproep voor die functie: Hoffman Gesticht te Gouda. Regenten van genoemd ge
sticht tot huisvesting van dames vragen eene Directrice uit den deftigen stand.
Vereischten zijn: goede gezondheid, niet ouder dan 45 jaar, ongehuwd of weduwe,
geen kind ten haren laste hebbende. Salaris f400,- (per jaar, HvD), benevens huis
vesting en verpleging. Gelieve zich schriftelijk te adresseren aan een der ondergete
kenden. Er melden zich 35 dames, vier van hen krijgen een uitnodiging voor een
kennismakingsgesprek.
De directrices
De eerste directrice van het Huis is mejuffrouw M.E. Hardenberg uit Leiden, zij
wordt bijgestaan door een meid-huishoudster. Hoewel de leiding van het huishou
den volledig op haar schouders rust, is er bij haar benoeming kennelijk niet aan va
kantie gedacht. Een jaar later zegt ze ‘...dat het haar aangenaam zou zijn ais zij een
dag of vier uit logeren zou mogen gaan'. Het wordt haar door de regenten
‘...volgaarne toegestaan'. Als zich tijdens dit verlof onverwacht een geval van ernsti
ge ziekte in haar familie voordoet, mag ze een dag langer wegblijven. Ze deelt
schriftelijk mee ‘...dat ze met enkele dagen weer present zal zijn'. Dat valt allerminst
in goede aarde bij de regenten. Bij het voorlezen van de brief door de voorzitter
‘...drukt deze zijn misnoegen uit over het onbescheiden gebruik dat mejuffrouw de
directrice van de welwillendheid van de Heeren regenten maakt'. Het voorval staat
zelfs in de notulen vermeld ‘...ten einde voor het vervolg gewaarschuwd te zijn’.
In 1916, als zij 25 jaar in dienst is, verhoogt men haar salaris van ƒ400,- tot ƒ600,-,
in 1920 tot ƒ800,- per jaar. Bij haar 35-jarig jubileum krijgt zij een jardinière van
Delftsblauw, opgevuld met bloemen en een foto van haarzelf temidden van de
bloemstukken. Per 1 oktober 1928 neemt zij ontslag.
Op een advertentie melden zich zeven sollicitanten. De keus valt op mejuffrouw L.A.H.
Bruil (33). De aanstelling van een jeugdige directrice is al gauw merkbaar. Er arriveert
een trapnaaimachine, een Hoover stofzuiger en voor de conversatiekamer neemt zij
een abonnement op de leesportefeuille. Vanaf 1935 kunnen de dames naar de radio
luisteren. Helaas laat de gezondheid van de populaire directrice veel te wensen over;
in 1938 is zij genoodzaakt om afscheid te nemen. Uit maar liefst 93 kandidaten valt
de keus op mejuffrouw J. Loesener, die haar werk op professionele wijze verricht.
Haar opvolgster, mejuffrouw W. Matser, blijkt niet zo’n goede keus. Behalve on
gemakkelijk voor zichzelf is ze bits en kortaf tegen de bewoonsters en het personeel.