34
Na herhaalde klachten sturen de regenten haar ‘met enig ziekteverlof'en adviseren
haar naar een andere betrekking om te zien. Mejuffrouw Wiersma, die haar tijdelijk
vervangt, is al gauw erg geliefd bij de bewoonsters, maar vertrekt spoedig. Ze
vindt, gezien haar jeugdige leeftijd (35), ‘...de omgeving met de oude dames te
drukkend’. Daar B en W geen bezwaar maken tegen de benoeming van een diaco
nes treedt op 1 juli 1964 zuster E. Becker in functie. Zij voldoet geheel aan de ver
wachtingen. Bij haar vertrek in 1968 zorgen de regenten ervoor dat zij een appar
tement krijgt in de Ada-flat aan de Willem en Marialaan. Zij wordt opgevolgd door
mevrouw A.C. Geerlings-Haleman, tot 1972 de laatste directrice van het Huis.
Artsen
Per 1 juli 1891 benoemt de gemeente dokter H.J. de Voogt tot geneesheer van het
Huis voor de tijd van vier jaar tegen een jaarlijkse vergoeding van ƒ150,-. Hij vervult
die functie 28 jaar en wordt opgevolgd door dr. E.D. Meeter. Vanaf 1924 stellen de
regenten een arts aan voor onbepaalde tijd. In 1933 wordt vanwege bezuinigingen de
geneeskundige behandeling van de dames overgedragen aan de GGD en dr. Meeter
vertrekt. De dames zouden graag zelf een arts kiezen, maar op 1 januari 1934 wordt
dr. J. Kroondijk aangesteld, in 1942 dr. P. de Boer (als adviseur) en na hem in 1960
dr. G.H. Gispen. Vanaf 1964 mogen de dames eindelijk zelf een huisarts kiezen.
Dienstboden circa 1910: 1 2. Christina van Kersbergen, 3. Betje van den Hondei.
Foto: Streekarchief Midden Holland
Dienstmeisjes
De dienstmeisjes die door de directrice worden aangesteld blijven soms tientallen ja-
ren in het Huis werkzaam. Enkelen assisteren zelfs bij de verpleging van patiënten.