59
9
De bouw van de kapel in Gouda
De bouw van de kapel bij het kasteel in
Gouda begon zoals gezegd in hetzelfde
jaar 1381 waarin Jan van Bloys stierf.
Tekening van het onderzoek van
het kasteel in 1982 (Rijksdienst voor
Oudheidkundig Bodemonderzoek)
Archief van de graven van Holland, Nationaal Archief, Den Haag, nummer toegang 3.19.10, inv.nr.
39: 24 december 1362 tot 25 december 1363 f 5
10 NA inv.nr. 45 f 8 en 8v
11 NA inv.nr. 39 f 59v
Nog vóór zijn tocht naar Pruisen in 1368 schonk hij het Karmelietenklooster in
Schoonhoven een bedrag van 18 Lb., opdat de broeders ‘neerstelic’ voor hem zou
den bidden op zijn tocht naar Pruisen. Dit bedrag was overigens bedoeld als een
tegemoetkoming in de bouwkosten van het klooster.9 Broeder Ruerich droeg tijdens
deze tocht dagelijks de mis op voor de graaf en zijn broer Guy, die hem destijds op
de reis naar Pruisen begeleidde. Altijd voordat de graaf zijn reis vervolgde, gaf
broeder Ruerich op bevel van Jan van Blois aalmoezen in kleine munt aan de arme
mensen voor de kerken en aan diegenen die men onderweg tegenkwam. Op die
zelfde reis en op bevel van de graaf gaf broeder Ruerich aan de Onze Lieve Vrou
wenkerk in Aken na zijn bezoek aan die kerk en aan de sacristie met de kerkjuwelen
en ook nog aan de Karmelieten in diezelfde stad 17 sc. In de stad Keulen schonk de
graaf aan de kerk van de Heilige Drie Koningen en de kerk van de Elfduizend Maag
den ieder één ‘zware’ gulden. Behalve de kerken in Keulen ontvingen de predikhe
ren en twee minderbroeders in Dantzig, de predikheren in Ewinghen en Onze Lieve
Vrouwenkerk in Kassei ieder een zware gulden.10
De jaarlijkse uitkeringen, de aalmoezen op zijn reizen en het gebruik van de be
staande kapel bij het kasteel in Schoonhoven geven aan de vroomheid van Jan van
Blois een zekere uitstraling, waardoor de bouw van de kapel in Gouda na zijn dood
omstreeks Pinksteren in 1381 enigszins te begrijpen valt. Zoals bekend stond de
kapel in Schoonhoven al bij ‘den huse’, zoals het kasteel consequent genoemd
werd. Blijkbaar waren er nauwelijks herstelwerkzaamheden aan de kapel noodzake
lijk, in tegenstelling tot bij de vele andere gebouwen op het terrein, die vaak we
gens slecht weer en verval hersteld en vernieuwd moesten worden. Alleen in het
jaar 1363 werd de kapel genoemd,
omdat de wijbischop, een bisschop die
wel de wijding door de paus had ont
vangen, maar geen eigen bisdom had,
in de kapel een altaarsteen wijdde.11
Behalve de jaarlijkse kosten van kaar
sen voor de kapel, bleef de kapel in
Schoonhoven in de rekeningen vrijwel
onvermeld.
kapeltorei