X'
<1,
7 U
f.
I
60
Meester Hondertmarc uit ‘s-Hertogenbosch was in 1380 al aangetrokken als bouw
meester voor het nieuwe bouwproject. Dit project bestond uit de bouw van twee
ronde torens met daartussen een ‘earner’, een klein huisje, en met daarachter een
muur. In 1380 werd het bouwmateriaal al in groten getale ingekocht, men bestelde
enkele honderdduizenden kleine en grote stenen.12 In ‘s-Hertogenbosch kocht
meester Hondertmarc 3170 elzen- en beukenhouten balken voor funderingshout in,
dit in tegenstelling tot de funderingen van de bestaande vierkante torens van het
kasteel, waarvoor als funderingshout alleen elzenhout werd gebruikt. In Antwerpen
werden enorme hoeveelheden natuursteen gekocht, waaruit onder andere blijkt dat
men fraaie gebouwen wilde neerzetten. Op aanraden van meester Willam werd bij
de vrouw van Joest Hermans uit Gouda alvast maar rode arduin afgenomen, want
de zending uit Antwerpen werd vertraagd door breuken in de natuursteen door de
vele verladingen; in dat geval moesten er weer nieuwe aankopen gedaan worden
wat de nodige tijd vroeg.
In de eerste week van april 1381, toen Jan van Blois nog leefde (want hij stierf om
streeks Pinksteren), begon men te heien met slechts één heiapparaat. Dat werden
er al snel meer, omdat het werk te langzaam vorderde. Uiteindelijk werkte men be
gin juni met vijf heimachines. Begin juli 1382 was het heiwerk klaar en werden de
fundamenten en de buitenmuren opgemetseld.13 Gemiddeld werkten er 45 metse
laars, 25 opperlieden, zes steenhouwers en drie timmerlieden tot en met begin no
vember aan de funderingen en de opbouw van de buitenmuren van de torens en de
‘earner’. Aan arbeidsloon werd er dat boekjaar 603 Lb. 3 sc. 8 d. Hollants uitbetaald.
Ter vergelijking van dit bedrag: het jaarsalaris van de kastelein op het kasteel in
Schoonhoven was 20 Lb, maar kost en inwoning werden door de graaf betaald.
Van de twee torens werd de ene toren in de rekeningen in eerste instantie om
schreven als de grote toren en in tegenstelling daarmee werd de andere aangeduid
als de kleine toren. Later duidde de rentmeester Jan Tolnaer de grote toren aan als
de waardrobe-toren en de kleine
toren als de kapeltoren. De
waardrobe is een garderobe voor k
alle kleding met de bijpassende
sieraden en talrijke accessoires.
Alle torens van de kastelen in
Gouda en Schoonhoven hebben
een dergelijk ruimte. Deze
waardrobe-toren in Gouda werd
veel later weer de chartertoren
genoemd. A
12 NA inv.nr. 108 f 52-f 54
13 NA inv.nr. 108
Fragment kaart van Braun L F* j
en Hogenberg 1585 met (jj
waardrobe- of chartertoren (2) j