62
Fragment Braun en Ho-
genberg, 1572 (zie De
Schatkamer 2014-2)
17 NA inv.nr. 115 f 178
18 Living Memoria, studies in medieval and Early Modern Memorial Culture, Rolf de Weyert, Kim
Ragetti, Arnoud- Jan Bijsterveld and Jeannette van Arenthals (ed.) D.E.H. de Boer, Metra de Morte,
Eine lateinische Totenklage über den verstorbenen Graf Guy von Blois (1397), als Teil der sich ent-
wickelnden Memoriakultus, p. 131-147
19 SAMH AC 1 inv.nr. 1047 f 23 ‘die capelaen van der capelle opt hoff ter Goude van misse te doen
opt slot 12 Vranckrijkse scilden van 5 Carolus gulden’t stuck tiaers’. 24v ‘op de domeinen ende zijn
lijfrenten’
De kastelein, toentertijd heer Hubrecht van Montfoort, betrok een kamer in de grote
waardrobe-toren.17 De kapeltoren had slechts vijf deuren, in tegenstelling tot de
waardrobe-toren, die er achttien had. Wei was er een apart vertrek in de kapelto
ren, die de aalmoeskamer genoemd werd; de functie daarvan is mij niet bekend.
Ook in Schoonhoven bestond een dergelijke aalmoeskamer. In 1386 was het bouw
project, dat begon in 1380, min of meer klaar, in zoverre dat gegevens over nieuw
bouw in Gouda na 1391 niet meer in de rekeningen voorkomen.
Na de dood van Guy van Blois, vóór Kerstmis 1397, werden de zaken van de graven
van Blois snel geregeld. De graaf van Holland, Aelbrecht van Beieren, stelde 26 de
cember 1397 Jan de bastaart van Blois aan als voogd, en op 7 januari 1398 reisde
deze naar Gouda en Schoonhoven om de goederen persoonlijk in ontvangst te ne
men.18 Tegelijkertijd werd de administratie natuurlijk overgedragen aan de grafelij
ke domeinen. In de rekeningen van 1398 werden twee nieuwe deuren met hang
en sluitwerk in de kapel aangebracht, de kapelvloer werd betegeld en men voorzag
de haard van speciale haardtegels. De kapeltoren kreeg nu ook een spits, zoals de
waardrobe-toren al 14 jaar daarvoor had gekregen, in 1384. De vraag is of het hier
herstelwerkzaamheden betrof of dat de betegeling en de kapeltoren nog afgemaakt
moesten worden.
Helaas is er geen wijdingsdatum bekend, maar wel is bekend dat de priester van de
kapel van het kasteel missen opdroeg tot zeker in 1491. Ook is het vrijwel zeker dat
er een priester aanbleef tot ver in de 16de eeuw, tot de tijd dat alleen nog maar de
chartertoren oftewel de waardrobe-toren mocht blijven staan.19 Wel is vrijwel zeker
dat na de afbraak van de kapel in 1577 de natuurstenen ornamenten op heel wat
plaatsen in Gouda terug te vinden moeten zijn geweest.