13 Torens In de inventaris van 1468 (zie de bijlage op pag. 15) worden naast de IJsseltoren een rode toren, de Arkeltoren en het bolwerk genoemd. De rode toren is mogelijk te onderscheiden van de witte toren, die hier nog niet genoemd wordt, maar blij kens latere inventarissen te identificeren is als de bekende chartertoren (beruchte want schimmelige archiefbergplaats van de grafelijke Rekenkamer). Het is verlei delijk bij deze kleuren aan steensoorten te denken, bijvoorbeeld rode Vecht(bak)- steen en witte natuursteen (zoals van het stadhuis). Anderzijds: de gele ijsselste- nen werden vlakbij het kasteel gebakken en waren daarmee goedkoop voorhan den. Bij de reparatie van de grote 'blauwe toren’ van het Gorcumse kasteel (1522- 1525), waar een rekening van is bewaard, werden in totaal 976.000 ijsselstenen verbruikt, maar ook blauwe steen. Dat zal wel blauwgrijze arduinsteen betreffen (dure natuursteen uit de Ardennen, die hier dus blijkbaar wel de naam aan de to ren gaf.54 De kleur kan natuurlijk ook betrekking hebben gehad op de binnenzijde van de torens. In het kasteel te Schoonhoven wordt in 1521 gesproken van een rode kamer.55 De Haagse grafelijke hof kende ook een nederhof (de latere Buitenhof) en een opperhof (Binnenhof).50 Calkoen tekende ook in het Goudse kasteel een Binnen hof, die waarschijnlijk is te identificeren met de plaats uit 1468. Daar Calkoen ook archiefonderzoek heeft gedaan naar het Haagse hof en er een plattegrond van samenstelde, lijkt het niet onmogelijk dat hij bepaalde zaken te licht naar het Goudse grondplan heeft overgezet. Ook noemde Calkoen nog een waterpoort of poort naar Gouda, die hij situeerde aan de westzijde tegen de slotgracht aan. Een waterpoort wordt gevonden in de rekeningen van 1368 en 1372 zonder duidelijke situering.51 Afbeeldingen van waterpoorten zijn bekend uit het middeleeuwse Schoonhoven, waar er twee in de stadsmuur aan de noordzijde van de stad ston den.52 Buiskool noemde een stads- of achterpoort al in de oudste bouwfase (1361-1364) aan de oostzijde tegen de IJsseltoren aan, en een voorpoort bij de hofstede van Jan van Ghent aan de Haven in de tweede fase (1371-1375). Henk- jan Sprokholt heeft onlangs het idee geopperd dat de grote IJsseltoren oorspron kelijk een stadspoort was in de zuidoosthoek van de stad, die door Jan van Blois werd verbouwd tot woontoren.53 50 J.G. Smit red., Den Haag. Geschiedenis van de stad. Vroegste tijd tot 1574 (Zwolle 2004) p. 66+95: afb. 51 NA, AGB inv.nrs. 95 f. 25: twee torens en de boog van de waterpoort en 99 f. 18v 52 J.C. Visser, Schoonhoven (Assen 1964) p. 191. Een dergelijke poort is mooi te zien op de kaart van Pieter Sluyter van het Hofland uit 1552 (NA, VTH nr. 2436). 53 Henkjan Sprokholt, 'Oud nieuws uit Gouda 1562’, Tidinge van die Goude 2013, p. 63 54 NA, Rek.Rek. inv.nr. 5008 f. 20 e.v. 55 NA, Rek.Rek. inv.nr. 2369. Met dank aan H. Verhoef

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2015 | | pagina 15