14
De Arkeltoren is mogelijk gebouwd tijdens de Arkelse oorlog: 1401-1412 (uit die
jaren zijn helaas nauwelijks rentmeesterrekeningen bewaard). Deze oorlog begon
met een belegering van Oudewater: reden genoeg om in Gouda de versterking te
verbeteren. Hoofdrolspeler Jan van Arkel werd na een mislukte strijd tegen een
Hollands leger in 1411 in Gouda levenslang in het gevang gezet. Mogelijk was dat
op het kasteel, maar ook in de Tiendewegspoort was lange tijd een steen ofwel
gevangenis te vinden.
Het bolwerk zal dateren uit 1428/1429 (ten tijde van Jacoba van Beieren!), als
Jan van Uutkerc het slot bewaart met 60 man en een nieuw bolwerk daar laat
maken.56 Ook uit deze periode ontbreken de meeste rekeningen.
Volgens opgave bij Walvis in 1713 naar Simon van Leeuwen (1626-1686) zou de
Arkeltoren de chartertoren zijn. De Lange van Wijngaerden zegt dat het de grote
ronde toren oostwaarts van de kapeltoren is.57 De z.g. Arkeltoren [sic] wordt
in de voorburg geplaatst door Calkoen. De andere genoemde torens ontbreken bij
hem, evenals de kapel(toren). Op de meest recente reconstructieplattegrond van
het kasteel (2001) door Sprokholt, met vooral ook een archeologische basis
(hooguit 15% van het oppervlak is bekend), ontbreekt een voorburg geheel en
wordt een rondeel halverwege aan het IJsselfront geplaatst. Dit laatste heeft
Koen Buiskool in zijn artikel uit 1992 over het kasteel in de Bloise periode ook en
een rondeel vond hij al in 1368 in de rekeningen.58 Maar of dat op dezelfde plek is
als het bolwerk? De Arkeltoren wordt door hem niet genoemd, wel de charter- of
grote nieuwe toren. De kapeltoren wordt hier ook niet genoemd, maar zou als die
oost van de chartertoren lag de nieuwe haventoren aan de Oosthaven moeten
zijn. Calkoen noemt dit de kleine en latere kapeltoren. Buiskool vermeldt in de
tekst wel dat in 1383 in de grote nieuwe toren een kapel werd gebouwd, waarna
deze de kapeltoren ging heten. Die lag dan recht achter het rondeel en dat is
weer niet overeenkomstig Calkoen. Ook stelde Calkoen (juist) dat De Lange van
Wijngaerden zeker geen gelijk had dat de kapel te Gouda veel ouder was dan die
te Schoonhoven. De kapeltoren te Gouda kwam er volgens hem ook pas na 1377.59
56 Meerkamp van Embden, stadsrekeningen Leiden, dl. II p. 277 nt.1. Zie ook het artikel van
Adriana Bontenbal op de site gouda-historie.nl over het kasteel in de periode 1379 (sic, be
doeld is: 1397)-1577.
57 Walvis p. 137 e.v. en De Lange dl. II p. 89/90. Een ‘arkeltorentje’ is overigens ook een
kunsthistorische term: een veelhoekig of rond torentje op de hoek van een gebouw, niet uit de
grond opgaand, maar uitgekraagd.
58 Henkjan Sprokholt in: Denslagen, Gouda, p. 36 e.v. en p. 258/9: kleurenafb. Ill en IV, ver
der aldaar p. 40: De plattegrond die Buiskool (1992) maakte op basis van zijn onderzoek in
Bloise rekeningen is onjuist, zie: K.M. Buiskool, ‘Het kasteel van Gouda’, in: N.D.B. Habermehl
e.a. red., In de stad van die Goude (Delft 1992) p. 26-44: p. 34/5: 3 fasen, kapeltoren: p. 41
59 Calkoen heeft als eerste juist geconstateerd dat de kasteelbouw in 1361 begon (niet Gesel
schap of nadien Buiskool): toe te voegen aan mijn artikel: ‘Goudse grootheidswaan en slor
digheid”, Die Goude (2013). De Lange dl. 1 (1813) p. 710 en dl. 2 (1817) p. 90. Volgens hem
lag de kapel naast ‘mijnsheren earner’ (dl. 1 p. 704).