‘Armoe en rijkdom’ bij GOS
17
Miranda van Eis wijk en Elisabeth Venselaar
Sporen van de heilige Clara in Gouda
In het Streekarchief Midden-Holland liggen twee prachtige, kleine middeleeuwse
boekjes. Ze zijn 100 bij 77 mm en dus makkelijk mee te nemen. En dat is precies
wat de nonnen ermee gedaan hebben, zo blijkt ook uit de slijtageplekken op de
boekjes. De twee handschriftjes bevatten teksten van en over de heilige Clara van
Assisi (1193-1253). Ze was de stichteres van de Orde der Clarissen.
We kunnen niet met zekerheid vaststellen of de boekjes ook in Gouda zijn ont
staan. Maar je kunt je afvragen hoe ze dan in de Goudse Librije terecht zijn ge
komen, als ze niet afkomstig zijn uit het Goudse Clarissenklooster.
De inhoud van het ene boekje, dat geschreven is op perkament, wordt gevormd
door twee teksten. Verreweg het grootste deel wordt in beslag genomen door de
tekst van de kloosterregel van Clara van Assisi. Deze Regel behandelt nauwkeurig
alle voorschriften waaraan Clarissen zich moeten houden, zoals het leven in ar
moede en vasten, hoe hun behuizing moet zijn ingericht, wie toegang mogen
hebben tot het klooster. De zusters leven immers in het slot, een van de buiten
wereld zoveel mogelijk afgezonderde omgeving. De Regel geeft verder aan hoe de
Clarissen met de buitenwereld mogen communiceren, hoe aankomende zusters
begeleid moeten worden, wat zij maximaal per dag mogen eten en wanneer zij
extra moeten vasten.
Het andere, papieren, boekje bestaat uit vier teksten. In de eerste plaats is er de
tekst die bekendstaat als het Testament van Clara van Assisi. Daarin neemt zij af
scheid van haar volgelingen en herinnert zij hen aan de inspirerende persoon die
haar tijdgenoot Franciscus van Assisi was. Zij roept haar zusters op trouw te blij
ven aan hun roeping en hun leven in armoede en boetedoening volgens de Regel
ten overstaan van God en de wereld. De tweede, kortere tekst wordt de Zegen
van Clara genoemd en is een vredeswens voor zowel haar toenmalige als haar
toekomstige medezusters. Als derde tekst volgt het zogenoemde Privilege van de
armoede, de verzekering dat niemand de Clarissen kan dwingen om afstand te
doen van het beginsel van hun leven in absolute armoede. Ten slotte bevat dit
handschriftje acht punten die Clarissen volgens de anonieme opsteller daarvan in
acht moeten nemen als zij onverhoopt geen gemeenschappelijk dak meer boven
hun hoofd hebben.
De teksten in beide boekjes zijn overgeschreven uit andere bronnen door kopiis
ten, en wel door twee heel verschillende, want wie het perkamenten boekje door
bladert, ziet steeds dezelfde rustige tekstspiegel, het regelmatige schrift en de
royale marges. Het papieren handschriftje echter geeft een wat rommeliger beeld:
de ene keer zijn de regels dichter onder elkaar geschreven dan de andere keer.
En als de kopiist zijn pen aanscherpte, kon de punt spitser of breder uitvallen,
waardoor zijn letters dunner of dikker werden.