9 2 De Lange van Wijngaerden noemt in zijn bestuurslijsten als kastelein op het jaar 1475: Cornelis Jansz. van de Suijtere.5 Afgezien van een ónmogelijke datum (na zijn dood!) en de wel erg verbasterde familienaam kan ook het patroniem niet kloppen. Zijn vader heette namelijk net als zijn (oudste) zoon Govert. Eén van zijn groot moeders was een bastaarddochter van de bekende ridder Zweder van Abcoude (of Gaasbeek f1400) en zijn stamboom is in rechte lijn terug te volgen tot in de 13e eeuw. Cornelis was een neef van Jacob van Gaasbeek (f1459), de zoon van Zweder.6 Cornelis van Suytoort was getrouwd met jonkvrouw Joost van Weiburg, die al in 1465 overleed.7 Zij hadden tenminste een dochter en drie zoons, want op 8 novem ber 1470 verkocht Maria Jansdr., priorin van het klooster van St. Margareta te Gouda, voor Machteld, Govert, Cornelis en Jan van Zuidoord, broers en zuster en tevens erven van Cornelis en Joost, dochter van Brien van Weiburch, een deel van een tiende te Dalem (bij Gorcum).8 Brien is bekend als schepen van Gorcum (1446- 1448)9, ook is er een rekening van timmerwerk aan het huis te Woudrichem uit 1409 door een gelijknamige persoon bewaard.10 Dat zal mogelijk een voorvader (grootvader?) zijn, die opvallend genoeg dus ook slotheer was. 5 C.J. de Lange van Wijngaerden, Geschiedenis en beschrijving der stad van der Goude dl. II (Amsterdam/Den Haag 1817) p. 102 met enkele posten uit de stadsrekening van dit jaar aan gaande maaltijden met gerecht en vroedschap bij aanname van het kasteleinschap, maar zonder diens naam: dit moet dus zijn opvolger betreffen. I. Walvis heeft in zijn Beschryving der stad Gouda (2 dln., Gouda 1713 p. 142): Cornelis van Suytere: slotvoogd 1471. Volgens het Nieuw Nederiandsch Biografisch Woordenboek dl. 6 (1924) p. 289 (lemma Johan van Cats) komen volgens opgave van de gemeentearchivaris in het ‘officientenboek’ SAMH, OAG (ac. 0001) inv. 445 uit de 17e eeuw!) tussen 1471 en 1492 geen kasteleins voor. In 1471 is de benaming hier als bij Walvis gegeven, diens bron is daarmee duidelijk. De naamsvorm ‘Suytere’ ben ik echter verder nergens tegengekomen. 6 Zie nt. 2 bij Kort: 1382: Reineke bastaard van Zweder van Abcoude, gehuwd met Hendrik van Zuidoord Govertsz (gedr.: J.L. van der Gouw, Rekeningen van de domeinen van Putten 1379-1429 met bijbeh. st: RGP GS 170/1 (1980) dl. II nr. 298). Over deze bekende voorouder en zijn neef: A.G. de Groot, ‘Zweder en Jacob van Gaasbeek in Zuid-Holland', Zuid-Hoiiandse Studiën dl. VIII (Voorburg 1959) p. 39 e.v. Met dank aan Ronald van der Spiegel. Jacob kreeg in 1456 overigens zijn pensioen voor de helft betaald uit de Goudse domeinen: De Groot, a.w., p. 93: 1200 rijnsgl. uit de sluis, waag, hopaccijns en makelaardij (NA, Rek.Reg. inv.nr. 1 f. 67). 7 Kapittel van Heusden inv.nr. 4. Merkwaardig is dat een latere Goudse kastelein Joost van Dorp een zoon zou zijn van ene Josina van Weiburg: A.J. van der Aa, Biografisch woorden boek dl. 4 (1858) p. 280 met als sterfjaar 1558. Overigens ken ik geen Joost van Dorp, wel een jonkheer Johan die tevens schout en baljuw was van Gouda (NA, Rek.Rek. inv.nr. 3986 van 1563-1565: van zijn weduwe jonkvrouwe Barbara van Wassenhoven). Vgl. ook NA, inv. FA van Dorp p. 30. 8 Kort, Repertorium lenen hofstede Arkel in het graafschap Gelre, Ons Voorgeslacht40 (1985) nr. 6 Inv. arch. Heusdense Cisterciënzerkloosters Mariënkroon en Mariëndonk regest nrs. 771 en 808 10 NA, AGH inv.nr. 1327

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2015 | | pagina 4