5
Ridder Gijsbrecht van Abcoude gaf het dorp Wyck in 1300 stadsrechten. Zweder
van Abcoude (grootvader van bovengenoemde) werd in 1322 beleend met de stad
Wijk en het kasteel te Duurstede en verklaarde dat zijn grootouders dat al in leen
hielden van de graaf van Gelre. In 1365 werd het kapittel te Wijk bij Duurstede door
Gijsbrecht van Abcoude, heer van Duurstede en Wijk, gesticht. In 1398 volgde het
dominicanessenklooster Maria Magdalena en in 1400 nog het Sint Ewouds- en Elisa-
bethsgasthuis, beide gesticht door heer Willem van Abcoude en Duurstede.24 Volgens
de Monumenta van A. Buchel (p. 95/f. 51 r) werden Zweder (f1347) en Gijsbrecht
(f1376) van Abcoude en hun vrouwen begraven in de kerk te Wijk; Willem van Abcou
de (f1407) en zijn vrouw werden in het nonnenklooster aldaar begraven.
20 SAMH, Varia (ac. 0200) inv.nr. 1048: perkamenten stuk, authentiek afschrift met notaris
merk. Oud nr.: Secrete Kast PP no. 2 (vgl. kloosters regest nr. 722 NB 2). Met dank aan Kees
Doedeijns voor een foto van het perkamenten stuk en Koen Goudriaan voor nadere informatie
over de inhoud.
21 40 gl.: Goudse Kloosters regest nr. 96 sub NB
22 Dit gegeven al bij: P. Daim, van Heel, De Minderbroeders te Gouda (1947) I p. 31, en Koen
Goudriaan in: Wim Denslagen e.a., Gouda. De Nederlandse monumenten van geschiedenis en
kunst (Zeist en Zwolle 2001) p. 188
23 De kerkrekeningen over 1473/1474 en 1474/1475 zijn bewaard: HUA, Kerk van S. Jan Bap
tist te Wijk bij Duurstede, inv.nr. 169. De schenking zal naar mag worden aangenomen in een
van beide rekeningen zijn geadministreerd, ik heb dat niet nagezien.
24 M.A. van der Eerden-Vonk e.a. red., Wijk bij Duurstede 700 jaar stad (Hilversum 2000)
p. 44 139 166 249, C. Dekker, Inventaris van de archieven van de kerk van S. Jan Baptist
te Wijk bij Duurstede (Utrecht 1977) inl. p. 3. Fundatiebrief gasthuis: B.J.L. de Geer, Kronijk HG
XIII (1857) p. 127
Het testament, in het Latijn, van Cornelius van Suytoort20 dateert van 11 januari
1474, één dag voor zijn overlijden(l). Het kent drie delen. Eerst wordt bepaald dat
Cornelis’ begrafenis en zijn schulden betaald moeten worden. Vervolgens krijgen de
executeurs twee bedragen (resp. 800 en 400 rijnsguldens) die bestemd zijn voor
giften en legaten. Die worden daarna opgesomd. Tot slot worden voorschriften ge
geven voor de opvoeding van zijn zonen Cornelis jr. en Johannes. Er staat niet bij
waarvan dat betaald wordt, waarschijnlijk van de rest van de erfenis.
Legaten worden besproken aan de volgende Goudse geestelijke instellingen: de Colla-
tiebroeders: 40 rijnsguldens21, het Clarissenklooster: 4 pond groten vlaams 24
pond), de St. Janskerk: 1 pond groten vlaams 6 pond), het Catharinagasthuis: 20
pond hollands 15 pond), de Heilige Geest ook 20 pond hollands, de Minderbroe
ders, waar zijn graf is in het kapittelhuis voor het altaar: zijn beste vergulde zilveren
beker om er een kelk van te maken22, het Margaretaklooster, waar zijn dochter Mach-
teld non is: zijn één na beste vergulde zilveren beker om er een kelk of ciborie (kelk
voor de hosties) van te maken, en tot slot aan mr. Johannes van Wassenaer (onder
pastoor van de St. Janskerk) een zilveren beker. Buiten Gouda wordt 40 gulden voor
de stad Wijck (bij Duurstede) en 20 gulden voor de kerk van Wijck23 gereserveerd.
Een relatie met deze stad en (kapittel-)kerk bleek hiervóór al. De stad Wijk bij Duur
stede was op vele manieren al eeuwen verbonden met de Van Abcoudes.