7
Over het uiterlijk van zijn graf zijn nadere gegevens bewaard. De bekende Utrechtse
oudheidkundige Aernout van Buchel (1565-1641) laat weten in zijn Inscriptiones (p.
205) dat in ‘zeker’ klooster ter Goude het graf was van Cornelis van Sudoort. Het was
versierd met een koperen plaat, die hij natekende. Erop zijn zijn wapen (met twee
omgewende adelaars35) met helmteken en de vier kwartieren van zijn voorouders te
zien (daarbij linksonder het wapen van Zweder van Abcoude/Jacob van Gaasbeek).
Blijkens de rekeningen van de Sint Jan was het niet heel uitzonderlijk dat particulie
ren in kloosters werden begraven. In de 16e-eeuwse kerkrekeningen is dan ook
soms een rubriek te vinden, getiteld: ‘ontvangsten van begraven van de doden in
de kerk of kloosters’. Ontvangst van begraven bij de Minderbroeders of ‘Minores’
komt hier meermaals voor. De kerkrekening van 1474 is echter niet bewaard (de
oudste is van 1478). Aanzienlijke personen hadden soms een epitaaf31 of cenotaaf
in een ander kerkelijk gebouw dan waar ze begraven lagen: misschien was dit ook
hier zo? Eenzelfde visitatiepost staat namelijk boven die van het echtpaar genoteerd
voor de graven Jan en Gui van Blois, die ook niet in de St. Jan begraven lagen.32
Heel vreemd is dan weer dat heer Jan de bastaard van Blois (c. 1361-1435), onwet
tige zoon van graaf Jan en Sofie van Dalem en vele jaren kastelein, schout, baljuw
en schout van Gouda, hier niet wordt genoemd. Hij liet in 1417 de zogenoemde
Ijzeren kapel in de Sint Jan bouwen ter nagedachtenis van zichzelf en zijn familie
en werd nota bene wél begraven in de kerk, maar niet in de genoemde kapel.33 In
het koor vestigde hij een altaar met vicarie, gewijd aan God, Maria en de martela
ren St. Christoforus en St. Joris voor een dagelijkse mis voor hem en zijn vrouw en
een jaarlijkse zielenmis op zijn jaargetijde.34 De Ijzeren kapel zou als geheel als een
cenotaaf kunnen worden gezien, want het was geen grafkapel.
Een cenotaaf of memorietafel van Cornelis is in ieder geval niet bekend of bewaard
in de Sint Janskerk. De omschrijving ‘dagelijks visiteren van de graven’ blijft hoe
dan ook raadselachtig.
31 Zie b.v. de epitaaf van Bloncq en Balbian uit de 17e eeuw in: Bianca van den Berg, De Sint-
Janskerk in Gouda (Hilversum 2008) p. 56.
32 Van Jan lagen net als van zijn grootvader Jan van Henegouwen/van Beaumont de inge
wanden begraven voor het altaar van het Karmelietenklooster te Schoonhoven, Guy werd be
graven in Valenciennes bij de Minderbroeders. Scheltema (bewerker van dl. 3 van De Lange
van Wijngaerden, p. 234) stelt dat Jan daar werd begraven, zoals door de Lange in dl. I
p. 204/760 is bewezen, daar staat echter dat Guy er begraven is!
33 Koen Goudriaan, ‘Graf en begrafenis in de middeleeuwse Sint Janskerk’, De Schatkamer\q
9 (1995) p. 74-98: p. 79 82, en Van den Berg, De S/nt-Janskerk, bijl. 1 p. 180, op p. 48 hier
onbreekt de toevoeging ‘de bastaard’ en op p. 26 staat onjuist 1426 i.p.v. 1436 als zijn over
lijdensjaar (en dat van Jacoba van Beieren). Opmerkelijk is dat hij in 1395 wel als Schoonho-
vens poorter werd ingeschreven (SAMH, OAS [ac. 1011] inv.nr. 1129 f. 6), maar niet in
Gouda, hoewel hij daar dus wel werd begraven.
34 St. Jan regest nr. 267, NA, AGH inv.nr. 231 f. 1, HRA, FA van der Dussen inv.nr. 602
35 In 1541 is een Adriaen van Suijtoort burgemeester van Utrecht met als wapen in rood twee
afgewende adelaars (CBG): als kwartier op de grafplaat van Cornelis rechtsboven te vinden.
Blijkens nt. 2 had Cornelis ook familie in Utrecht.