46 De rechtbank heeft gisteren veroor deeld C. v. D., 26 jaar, zonder beroep te Gouda, huisvrouw van A. A. G. wegens opzettelijke brandstichting, waardoor gemeen gevaar voor goederen en le vensgevaar voor anderen te duchten was, tot drie maanden gevangenisstraf. Goudsche Courant d.d. 5 juni 1912 1) 2) 3) De schade bleef beperkt tot een verbrande stoel, een kapokbed en wat goederen. Ook was de vloer van de verdieping beschadigd. Al gauw viel de verdenking op Ca tharina, die onmiddellijk bekende. Als motief gaf ze op, dat ze het geld van de brandverzekering (duizend gulden) hard nodig had omdat ze geen enkele uitweg meer zag uit de financiële problemen waarmee het gezin te kampen had. Catharina Van Dijk werd vanuit Gouda overgebracht naar het huis van bewaring in Rotterdam. De nieuwsgierigen verdrongen zich bij het Goudse politiebureau om een glimp van haar op te vangen toen ze met een koets naar het station werd gebracht. De meeste toeschouwers waren vrouwen, volgens de verslaggever van de Goud sche Courant. Bronnen: Het verhaal is gebaseerd op nieuwsberichten (o.a. in de Goudsche Courant d.d. 12 en 13 maart 1912), het verslag van de rechtszaak (Goudsche Courant d.d. 22 mei en het Rotterdamsch Nieuwsblad d.d. 23 mei 1912) en het vonnis van de rechtbank (Goudsche Courant d.d. 5 juni 1912 en het Rotterdamsch Nieuwsblad d.d. 6juni 1912). Akten burgerlijke stand Gouda en Waddinxveen en het bevolkingsregister van Gouda Adresboek 1911 Gouda Op dinsdag 21 mei werd de zaak behandeld door de kamer van strafzaken van de Rotterdamse Arrondissementsrechtbank. De zaak was duidelijk. Catharina had be kend en spijt betuigd. De substituut-officier, mr. A.F.M. Steenberghe, nam dit mee bij het bepalen van zijn strafeis: negen maanden gevangenisstraf. De rechtbank veroordeelde haar tot een gevangenisstraf van drie maanden. Haar advocaat legde zich neer bij het oordeel van de rechter. De positie van het gezin in het Oranjehofje was door de daad van Catharina onhoudbaar geworden. In het bevolkings register van Gouda werd aan getekend dat het gezin al op 14 maart 1912 (drie dagen na de brand!) verkaste van Raam 232 naar Raam 216. Op 18 september 1912 verdween het gezin definitief uit Gouda, om terug te keren naar hun oude woonplaats Waddinxveen. Op 22 september 1921 werd in Leiden een doodgeboren dochtertje van hen aange geven met de vermelding dat het echtpaar in Waddinxveen woonde, waar Adrianus Arie Geers werkman was.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2015 | | pagina 4