2 Over de gehele periode tot 1572 ligt het gemiddelde rentepercentage op de pen ning 8. Van de aankoop van lijfrenten werd een officiële akte opgesteld, men ver meldde op wie de rente afgesloten was, de leeftijd, de hoogte van de uitkering met de betalingstermijnen en de locatie waar en wanneer deze betalingen plaats zouden vinden. Strafbepalingen werden er ook in genoemd als de stad in gebreke was. Omdat stad en inwoners als één werden beschouwd, kon een burger hoofdelijk aansprakelijk gesteld worden voor de schulden van de stad. Als de stad Gouda bij voorbeeld in gebreke was kon een rentenier uit Schoonhoven een Gouds burger, die toevallig in Schoonhoven was, laten gijzelen. Betalingen van lijfrenten werden op verschillende manieren bijgehouden.3 Zo vindt men de betalingen jaarlijks terug in de stadsrekeningen en andere registers, die een mooi totaalbeeld geven van de Goudse lijfrentebetalingen tot 1572.4 Als men verwacht dat een rentenier zeker was van een tijdige betaling, dan komt men bedrogen uit. In de registers wemelt het van de aantekeningen waarin “ach terstallen”, de kortingen op de uitbetalingen en de gekorte uitbetalingen staan.5 Soms schold de koper de achterstanden kwijt, waarna de stad toezegde dat de vol gende betalingen wél op tijd zouden komen. In totaal werden 4263 renten verkocht met een gemiddelde looptijd van 25,1 jaar. Van 791 renten waren alle gegevens bekend. Dit betreft aankoopleeftijd, looptijd van de renten en leeftijden bij overlijden. Hiervan was de gemiddelde leeftijd van aankoop 15 jaar met een gemiddelde leeftijd bij overlijden van 55,2 jaar en een looptijd van 40,2 jaar. Onder 670 renten op één leven was de gemiddelde leeftijd van aankoop 14,9 jaar, de gemiddelde leeftijd van de renteniers 53,2 jaar en de gemiddelde looptijd 38,3 jaar.6 Van de 807 renten op twee levens,7 waarvan 120 renten met alle relevante gegevens, was de gemiddelde aankoopleeftijd 15,5 jaar, de leeftijd bij overlijden 66,2 jaar en de gemiddelde looptijd 50,7 jaar. 3 Het betreft hier alleen lijfrenten die door Gouda ten bate van de stad verkocht werden en niet de door de Grafelijkheid verkochte lijfrenten op ‘s Heeren domeynen. Gouda was echter wel verant woordelijk voor de uitbetaling van deze renten. 4 In de bewerking van de stadrekeningen uit de jaren 90 van de vorige eeuw door S. v.d. Mark- Hoevers heeft men het niet nodig gevonden de lijfrenteposten af te schrijven, de opmerking van “nu komen er een hoop namen" werd voldoende geacht. Ook werden aparte registers bijgehouden: bijvoorbeeld voor Amsterdam en omstreken of de Zuidelijke Nederlanden. Zie hiervoor SAMH, Gouda, OA-1033 t/m 1045, diverse leggers van betalingen in Amsterdam en de Zuidelijke Nederlanden. 5 Achterstallen, de achterstanden, soms wel van vier jaar of meer, kunnen in de boeken soms pro blemen opleveren bij het bepalen wanneer de rentetrekker overleden is. Zo kunnen de renten na de dood van de betreffende persoon nog enkele jaren in de boeken voorkomen, totdat de achterstallen betaald zijn. Het kan dus zijn dat een persoon die in 1515 sterft en een achterstal tegoed heeft van vier jaar nog in de rekeningen over 1519 voorkomt. 6 In totaal zijn er 3450 renten op één leven met een gemiddelde leeftijd van 30,9 jaar en een ge middelde looptijd van 25,4 jaar. 7 807 renten op twee levens met een gemiddelde leeftijd van 25,6 jaar en gemiddelde looptijd 23,6 jaar. De drie verkochte renten op drie levens worden buiten beschouwing gelaten. Slecht van één van de negen genoemde personen, Aernt van Daelen uit Antwerpen, zijn de gegevens bekend, zijn leeftijd van aankoop bedroeg 14 jaar en hij stierf op 83-jarige leeftijd.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2016 | | pagina 4