79
Nationaal-socialistische muziek en zang
Voor en in WOU speelden muziek en zang een grote rol bij de NSB en dat moet ook
in Nieuwerkerk zo zijn geweest. Het ging daar niet om in absolute zin veel draag
vlak, maar inclusief nog niet-stemgerechtigde kinderen was men met voldoende om
te zingen. Bij de Statenverkiezingen van 1935 was het aantal NSB-stemmen 107,
bij de Kamerverkiezingen van 1937 63 en in 1939 was het aantal stemmen 72.95
De kerkvoogdijnotulen van 15 maart 1943 melden wel een registervernieuwing:
‘Een tremulant is bij het kerkorgel ingebracht.De notulen van 3 februari 1941 ver
meldden al dat orgelbouwer H. Vermeulen aanbood om voor ƒ25 een tremulant in
te brengen en daarvoor een ander register te verwijderen. Iets anders was dat in
november 1944 stroom ontbrak en het orgel weer moest worden getrapt. (De zin
snede daarbij: ^la/7 de voorzitter wordt vrij mandaat gegeven een gratificatie uit te
reiken'suggereert ook geen armoe.)90
Geen van de plaatselijke orgels wordt trouwens slachtoffer van de metaalvordering.
In de Nieuwerkerkse gereformeerde kerk wordt in 1944 veel geld geworven voor
een nieuw orgel, al zal het pas in 1948 worden gekocht.91
Als - aldus een eigen jubileumboek - ‘een kleine, spontane verzetsdaad'wordt in de
gereformeerde kerk halverwege de Kerklaan op zondag 11 mei 1941 door de ge
meente aan het eind van de dienst uit eigen beweging een couplet van het Wilhel
mus gezongen. Op 31 augustus 1941, de verjaardag van koningin Wilhelmina, her
haalt de geschiedenis zich min of meer als de gemeente buiten de kerkenraad om
spontaan twee verzen zingt van het Lutherlied, ‘Een vaste burcht’. Het zingen bui
ten de kerkenraad om was primair verzet daartegen: de gereformeerden zongen
toen in de diensten nog alleen Psalmen. Het Wilhelmus was Gezang 301 en het
Lutherlied Gezang 97 in de Hervormde Gezangbundel van 1938, kerkliederen dus,
waartegen de bezetter niets inbracht! In de jaarlijkse zeer publieke dankdienst op
3 oktober in de Pieterskerk in Leiden gaf zelfs de Gereformeerde Bondsdominee
Ottevanger als slotzang Gezang 301 op, het Wilhelmus dus.92
Dat op de begrafenis van de door het misplaatste RAF-bombardement van 19 maart
1945 omgekomen Nellie Zanen haar lievelingslied ‘Daar boven juicht een grote
schaar...’ (A.J. Hoogenbirk, ca 1880) werd gezongen zou ook in geheugens van me
descholieren bewaard blijven.93 In de kerken, op (zondags)scholen en kerkelijke ver
enigingen ging het zingen en orgel- en harmoniumspelen door tot de bevrijding toe.
‘Ook in de Tweede Wereldoorlog is er veel aan huismuziek gedaan, vooral toen het
openbare muziekleven stagneerde’, aldus verder een bijdrage over muziekcultuur.94
90 SAMH, archief Herv. gem. NadIJ, inv.nr. 205
91 Tekens in de tijd. 100 jaar Gereformeerde kerk Nieuwerkerk aan den IJssel, Nieuwerkerk
aan den IJssel 1989, p. 44/45
92 Ton Boon, De Pieterskerk in de Tweede Wereldoorlog, in E. den Hartogh e.a., De Pieters
kerk in Leiden, Zwolle 2011
93 Adri den Boer, Toen Nu, ‘Bommen en ploegscharen op themamiddag WOU’, in: Het Ka
naal 26 september 2012
94 Bernard Smilde, Het protestants-christelijke volksdeel en de muziekcultuur, in: J. de Bruijn
(red.), Bepaald gebied, Baarn 1989 p. 158
95 CBS en diverse kranten