1
lm
11
O
3
I
De fraaie afdruk in rode was die bewaard is bij het zegelstempel in Londen
Afgebeeld is een blootvoetse St. Johannes de Doper, de patroonheilige van de kerk,
die met zijn rechterhand wijst naar het Agnus Dei (Lam Gods) met kruisbanier in
zijn linkerhand: het bij deze heilige gebruikelijke beeld van het Lam, dat een kruis
draagt en bloedt uit de borst, terwijl het bloed wordt opgevangen in een kelk. Dat
verwijst naar de tekst: Ecce agnus Dei, qui toiiit peccata mundr. Zie het lam Gods,
dat de zonden van de wereld draagt (Johannes 1: 29). Het symboliseert Jezus, die
Zijn leven offert om de mensheid van zijn zonden te redden.
De moeder van Johannes, Elisabeth, was al bejaard toen zij van hem beviel. Zij was
verwant aan Maria. Johannes' geboorte werd aangekondigd aan zijn vader, de
priester Zacharias, door de aartsengel Gabriël, net als korte tijd later die van Jezus
aan Maria, en hij werd daarbij de wegbereider van de Messias genoemd. Jezus liet
zich door Johannes dopen in de Jordaan. Daarbij werd Jezus pas herkend als het
Lam Gods toen de Heilige Geest tijdens het dopen als een duif op Zijn hoofd neer
daalde (Johannes 1: 32-33).
Johannes is geplaatst in een hooggotische monstrans (letterlijk: een hostiehouder,
van het latijnse monstrare. tonen), die als het ware een doorsnede van een kerk
geeft, naar het oosten gezien. Het beeld staat dan in het koor op de plaats van het
hoogaltaar, met aan de zijkanten 'zijbeuken' met 'luchtbogen'. Deze lijken figuratief
als kale boomtakken te zijn weergegeven.
V
