r 1
4
Ook toen pastoor Adam in 1488 het Sint Elisabethsgasthuis vergunde een priester
aan te stellen, zegelde hij met eigen zegel en dat van de kerk. Deze zegels zijn ech
ter niet bewaard.6 Andere voorbeelden van het gebruik van het ambtszegel zijn mij
niet bekend. Of het toeval is dat het beide keren door dezelfde pastoor werd ge
bruikt? Zo nee: zou het stempel dan door deze pastoor zijn besteld?
Zegelafdrukken in Gouda
Bij mijn weten is slechts één afdruk van
dit ambtszegel bewaard in het Goudse
archief aan een oorkonde uit 1487. De
pastoor geeft met de oorkonde van
1487 toestemming aan dekens en
hoofdmannen van het kunstenaarsgilde
een broeder- en zusterschap te stichten
met een altaar in de St. Janskerk.5 Het
betreft een zeer matig exemplaar (zie
afbeelding), samen met dat van de pas
toor zelf, Adam van der Craenleyden, in
de oorkonde aangeduid als: 'mijnen
eyghen zeghel ende den zeghel der
selver mijn re kerken vander Goude'.
Deze beide zegels hebben eenzelfde tegenzegel met een gestileerde fleur de lis
(hieronder met middenin het grotere zegel van de bisschep zonder tegenzegel, zo
als bevestigd aan het transfix).
5 Streekarchief Hollands Midden, Gouda (verder: SAHM), St. Jan inv.nr. 61/regest nr. 495,
gedr.: NAKGVÏÏI, p. 211. Vgl. ookJ. Taal, De Goudse kloosters in de middeleeuwen (diss.
Hilversum 1960), p. 98.
6 SAHM, Gasthuizen inv.nr. 964/regest nr. 437
ir- J