49 1478 1483 1484 1487 1488 te Deventer naar Gouda terug naar 's-Hertogenbosch intrede in Stein professie in Stein Consequenties Om tot hun chronologie te komen, baseren deze vier auteurs zich allemaal op Erasmus' eigen uitingen en op aanvullende gegevens. Ze gaan daarbij zonder uit zondering uiterst zorgvuldig te werk. Dat ze op punten sterk van mening verschillen, geeft aan hoe moeilijk het in deze kwestie laveren is. Begrijpelijk dat Goudriaan zich lange tijd buiten de discussie wilde houden. Nu is echter dan toch het moment daar. Wat betekent zijn vondst voor de 'Rotterdam-Gouda'-controverse en voor de ver schillende chronologieën? Voor de discussie over de geboortedatum heeft zijn vondst geen gevolgen. We weten inmiddels dankzij Avarucci dat Gerard Helye in de jaren 1457/1458 in Italië bivakkeerde en dankzij Goudriaan dat hij vanaf 1471 in Woerden was en vanaf 1476 in Gouda verbleef. Waar hij in de tussentijd verkeerde, weten we niet. We weten alleen dat hij in die tijd twee zonen verwekte. Maar waar en wanneer blijft onzeker. Dat Erasmus de zoon was van een Goudse (onderpas toor wordt door de recente vondst bevestigd. Gerard Helye werd dat echter pas zo'n zeven tot negen jaar na Erasmus' geboorte. En hoe zit het met de plaats van zijn verwekking en geboorte? Daarover biedt de vondst geen uitkomt. Wel wordt de kans dat hij in Gouda is geboren nog kleiner dan die al was. Slechts als uit de ar chieven zou blijken dat Gerard Helye in de jaren 1465-1468 als vicaris was verbon den aan de Goudse St. Jan, dan is er nog hoop voor de Goudse claim. Voor de vraag waar Erasmus onderwijs genoten heeft, heeft de vondst waarschijn lijk meer consequenties. Alle vier de auteurs gaan ervan uit dat Erasmus op een ge geven moment naar school in Gouda ging, waar hij les kreeg van zijn latere voogd Pieter Winckel. Zij baseren dat op een combinatie van het cv en de brief aan Grun- nius. Daarmee houdt de overeenkomst op. Verschillen de geschatte geboortedata al driejaar, tussen de schattingen van het moment dat Erasmus naar school in Gouda ging zitten maar liefst zes jaren. Goudriaan denkt dat deze school niet in Gouda stond, maar in Woerden. Hij baseert dat op één veronderstelling, namelijk dat Eras mus is opgegroeid in een liefderijk gezin, en één 'van horen zeggen'. Bij de veron derstelling kun je vraagtekens zetten; in zijn peuterjaren verbleef Erasmus immers met zijn moeder bij zijn grootouders in Rotterdam en tijdens zijn latere schooljaren met zijn moeder in Deventer. Het ontbreken van de vader getuigt toch niet van een hecht gezinsleven. Tegenover de anekdote dat Erasmus samen met de vader van Jan de Backer in Woerden naar school is gegaan, staat Erasmus' eigen mededeling in brief 49, gericht aan zijn patroon Hendrik van Bergen, dat hij zijn boezemvriend en mededichter Willem Hermansz van Gouda al vanaf zijn 'tedere nageltjes', dus van kinds af aan, kende. Goudriaan heeft in een andere publicatie verwezen naar wellicht het eerste document waarin Erasmus met trots als een Goudse geleerde wordt gepresenteerd. Het dateert uit 1521 en is afkomstig van de net benoemde rector van de Goudse Latijnse school Nannius, die een gedicht schreef om leergieri ge jongelui aan te sporen naar Gouda te komen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2017 | | pagina 15