53 Om te achterhalen wie van de religieuzen uit Stein rond 1590 nog leefden, is het eerder genoemde necrologium van Stein een belangrijke bron. Er komen dan een aantal namen bovendrijven die nader onderzoek rechtvaardigen. Ooit heb ik broe der Jan Volpertsz en Cornells Adriaensz Diephorst voorgesteld. Maar ik moest uit eindelijk besluiten dat die het toch niet waren. Jan Volpertsz was een lekebroeder en die zal geen Latijnse teksten geschreven hebben, en zeker geen preek. Cornelis Adriaensz Diephorst was de laatste monnik van Stein; hij overleed in 1637. Maar van hem zijn veel schriftspecimina bewaard gebleven en die komen niet over een met het schrift in de librijeboekjes. Er staan nog enkele laatste mogelijkheden in het necrologium. Ten eerste: Wijnand Jaspers, monnik en priester, die in 1592 overleed; dan (ten tweede) Wouter Maas, de laatste prior van Stein, die in 1595 overleed, en (ten derde) Jacob Blij, die in 1599 overleed. Het probleem met deze drie is dat er van Wijnand Jaspersz. geen handschriftvoorbeelden zijn. Van Wouter Maas bestaan heel veel schriftvoorbeel- den, maar die lijken niet op het schrift van kopiist B. En ook het schrift van Blij lijkt er niet op. Ik leek vast te zitten. Maar hernieuwd onderzoek heeft uitsluitsel gegeven. Degene die rond 1590 werkzaam was als kopiist, blijkt pater Willibrord Egidius Cartsbergius van Oudewater te zijn, ook wel Willibrord Gelisz of Jelisz. genoemd. Hij is weliswaar monnik in Stein geweest, maar ik had hem bij voorbaat uitgesloten, omdat hij al in 1560 rector van het Agnietenklooster in Amsterdam geworden was, waar hij op 10 augustus 1592 overleed.18 Pater Willibrord was een groot weldoener ten aanzien van het Amsterdamse Agnie tenklooster. Hij heeft vele verbeteringen aan het klooster uit eigen zak betaald. Hoe deze persoonlijke rijkdom rijmt met het gebod van armoede is niet duidelijk. Van pater Willibrord is zelfs een testament bewaard, waarin kleinere en grotere schen kingen gedaan worden aan allerlei personen (religieuze zusters en monniken) en instellingen.19 Ondanks zijn lange verblijf in Amsterdam is zijn overlijden wel in het necrologium van Stein opgenomen. Dat zal erop wijzen dat hij ook (vanuit Amster dam) aan klooster Stein weldaden gedaan heeft. In ieder geval heeft hij na zijn dood zijn bibliotheek aan het klooster geschonken. Dat pater Willibrord al vanaf 1560 tot zijn dood in 1592 in Amsterdam vertoefde, heeft allerlei implicaties voor de Erasmianahandschriften en andere boeken die via klooster Stein in de stadslibrije terechtgekomen zijn. Want volgens het testament van pater Willibrord werden al zijn boeken nagelaten aan de laatste monniken van Stein, die er goede zorg voor moesten dragen. Op deze manier is ook het clustertje handschriften dat Willibrord gemaakt heeft in de bibliotheek van Stein terecht gekomen. 18 Zie ook J.F.M. Sterck, 'Memorieboek en geschiedenis van het Sint Agnesklooster te Amster dam. 1397-1599', in: Bijdragen voorde geschiedenis van het Bisdom Haarlem, 40 (1920), p. 236-281, m.n. p. 238 en passim op p. 272-274, p. 278-279. 19 Het testament: Amsterdam, Stadsarchief, Notariële archieven, toegangscode 5075, inv.nr. 6 (notaris Ellert de Veer), fol. 231r-233v

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2017 | | pagina 19