5
Het zou ook om de Disticha Catonis kunnen gaan, een Latijnse verzameling zeden
spreuken uit de derde eeuw, stoïcijns van aard en ten onrechte aan Cato toege
schreven. De Latijnse schrijver Valerius Maximus wordt een of meerdere malen
aangehaald in tweeëntwintig dialogen. Scipio de Afrikaan wordt vermeld in vijf dia
logen. Hij was de Romeinse generaal (236-183 voor Christus) die Hannibal in Afrika
wist te verslaan.
Dan zijn er nog de namen van keizers, koningen, pausen, heiligen, machthebbers,
filosofen en schrijvers die slechts een of enkele malen worden vermeld. Hun aantal
is te groot om hier te noemen.
Brito
Soms was het moeilijk te achterhalen wie achter een bepaalde naam schuilging. Een
interessant voorbeeld vormt de naam (Meester) Brito. Vier dialogen beginnen met
een verwijzing naar hem. De auteur ontleende aan hem informatie over de pelikaan
(dialoog 69), de kiekendief (dialoog 73), de olifant (dialoog 89) en de antilope (dia
loog 95).
In eerste instantie werd gedacht aan Jan Brito (circa 1415-1484), afkomstig uit Bre
tagne en vanaf circa 1464 drukker in Brugge. Vreemd was wel dat een collega en
tijdgenoot van Gheraert Leeu werd aangehaald!
De naam komt niet alleen voor in de Nederlandse uitgave, maar ook in de Latijnse
en Franse.
Raadpleging van een handschrift zou uitkomst kunnen bieden. De vroegste hand
schriften dateren uit het begin van de vijftiende eeuw. Brito leefde toen nog niet.
Gelukkig is een handschrift op internet te vinden dat bewaard wordt in Freiburg.
Een franciscaner monnik, Franciscus de Gallandia von Yvonand, heeft het in 1455
gekopieerd onder de titel Fabu/ae moraiizatae.1 Inderdaad wordt ook hier al verwe
zen naar Brito. Er moet dus een andere Brito zijn geweest, want Jan Brito leefde
nog niet toen de eerste handschriften ontstonden.
Enig speurwerk op internet leidde naar Guillelmus Brito of Willem de Bretoen. Hij
leefde van circa 1165 tot 1226 en was eveneens afkomstig uit Bretagne. Van zijn
hand is Vocabularium bibh'ae, een Latijns woordenboek.8 De auteur van Twispraec
moet in dit handschrift hebben gezocht om meer informatie te vinden over de peli
kaan, de kiekendief, de olifant en de antilope. De door de auteur gezochte tref
woorden zijn 600 jaar later met enige moeite in het woordenboek terug te vinden.
Yson, het door de schrijver gebruikte woord voor kiekendief, is te vinden onder de
letter i als ixon. Zonder dit woordenboek had 'yson' door de werkgroep niet hertaald
kunnen worden.
7 https://www.e-codices.unifr.ch/de/fcc/0025/93r/0/Sequence-772 (10-10-2018). Het handschrift
bevat twee afschriften. Het tweede afschrift is Fabuiae moraiizatae ofwel Dyiaiogus creaturarum.
Fabu/ae moraiizatae begmt bij folio 93r. Een deel van de dialogen is geïllustreerd met tekeningen.
Aan het eind is een register opgenomen. Het boek wordt bewaard in Freiburg, Couvent des Corde-
liers/Franziskanerkloster, code Ms 25.
8_https://lib.ugent.be/viewer/archive.ugent.be%3AE32C9ABA-61C7-llE3-904A-
733598481370#?c=0&m=0&s=0&cv=2&r=0&xywh=0%2C-885%2C7046%2C6751 (10-10-2018).
Het boek wordt bewaard door de Universiteit van Gent en is afkomstig uit de Sint-Baafsabdij in
Gent.