18 In de negentiende en begin twintigste eeuw zijn ook nog van enkele platen nieuwe afdrukken gemaakt. Die zijn te herkennen aan de papiersoort en de daarin voorko mende watermerken. Hoe vaak dit is gebeurd, is helaas niet meer na te gaan. De oudste achttiende-eeuwse afdrukken zijn op wat dikker papier, meestal zonder wa termerk, afgedrukt. Ten slotte De serie vervaardigde bewaard gebleven kopergravures getuigen van de kwaliteit van de graveur Pieter Tanjé. De eventuele koper/verzamelaar/toerist kon toen op de afdruk van dichtbij details zien die in de kerk bij het grote raam, ook nu nog, maar moeilijk zichtbaar zijn, tenzij men een verrekijker bij zich heeft! En menig ver zamelaar zal met genoegen in zijn prentenkabinet de afdrukken bestudeerd hebben. Het bijzonderste is echter, dat de gehele ontstaanscyclus van dit project en de indi viduele prent gereconstrueerd kan worden aan de hand van het bewaarde materi aal; te beginnen met de naar de waterverftekeningen, de ramen zelf en wellicht de originele cartons gemaakte tekeningen op perkament in potlood en rood krijt van Boëthius, die tegenwoordig in de prentenverzameling van het Museum Catharij- neconvent te Utrecht bewaard worden, met van alle platen de proefdrukken voor de letter; vervolgens de originele gegraveerde koperplaten van Tanjé in het kerkarchief en ten slotte de definitieve afdrukken met een uitleg in de Nederlandse en Franse taal. Het is gebleken dat zeker de eerste drie tekeningen vervaardigd zullen zijn kort na de aanvraag voor dit project bij het kerkbestuur. Dan zijn die vervaardigd vanaf ja nuari 1733 tot begin 1734. De graveur kon daarna aan het werk en zal de koperen platen en afdrukken van de ramen 1, 2 en 3 vervaardigd hebben in de jaren 1734 en 1735. Intussen zal Boëthius doorgegaan zijn met de vervaardiging van tekenin gen en Tanjé eveneens met graveren en afdrukken van de ramen 5, 13, 24 en 25. Dan zijn die vervaardigd in de jaren tussen 1735 en 1737. Aangenomen kan worden dat van de eerste oplage, waarmee in de 'Leydse Courant' van oktober 1735 reclame werd gemaakt, voldoende aantallen werden verkocht en dat dit een stimulans was om de andere ramen te tekenen en te laten graveren en afdrukken. Raam 4 is vermoedelijk het laatst in bewerking genomen en waarschijn lijk getekend en gegraveerd eind 1736 of in de eerste helft van 1737, maar nooit afgemaakt en afgedrukt wegens het overlijden van Boëthius in juni 1737. Dat zal ook de reden zijn dat bij dit raam geen tekstuitleg is geschreven. Vermoedelijk zijn ook de tekening en gravure van het raam nummer 3, geschonken door Dordrecht, een laatste in 1736 gereedgekomen product, want daarbij is tot op heden geen beschrijvende tekst gevonden en wellicht indertijd ook niet meer ver vaardigd door het overlijden van Boëthius. De bestaande afdrukken 'voor de letter' van de gegraveerde koperplaat van raam 4 zijn, naar men mag aannemen, daar door nooit in de handel gekomen, en de wél bestaande afdrukken zijn dan voor het grootste gedeelte in de negentiende en twintigste eeuw vervaardigd. Wellicht is dat gedaan voor insiders en verzamelaars die van het bestaan ervan op de hoogte wa ren en daarmee hun serie wilde completeren.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2019 | | pagina 20