In dienst bij Paulina
Marco Bakker
21
Het is de bezoekers van het huismuseum in Haas
trecht uitdrukkelijk verboden iets van de inboedel aan
te raken. Het huis dat Paulina Bisdom van Vliet ons in
1923 naliet, staat namelijk vol tastbare schatten: ser
viezen, meubels, schilderijen en documenten. In con
trast daarmee staan de niet-tastbare schatten: de
verhalen over het leven van Paulina. En die schatten
zijn misschien wel het waardevolst.
De verhalen vertellen wie
Paulina was, hoe ze haar
dagen doorbracht, en wat
er in en om haar huis ge
beurde. Net als de servie
zen zijn deze verhalen
breekbaar. Er doen zóveel
verhalen over Paulina de
ronde, dat het kaf van het
koren, de kroegpraat van
de oprechte anekdote,
moeilijk zijn te scheiden.
Van veel verhalen is niet opgetekend uit welke bron zij komen, of ze worden uit de
tweede of derde hand verteld. Daarom is een ooggetuigenverslag zo belangrijk.
Geertruida Vogelaar maakte zo'n ooggetuigenverslag. Zij noteerde haar herinnerin
gen als dienstbode bij de weduwe Le Fèvre de Montigny, zoals Paulina ook wel ge
noemd werd, zo'n zestig jaar nadat ze bij haar in betrekking was geweest.1 Ze
schreef in 1980 een brief van drie kantjes naar aanleiding van het boek van Wim
Braasem over 'Museum Bisdom van Vliet' in Haastrecht.2 Vier jaar daarna maakte ze
notities in een in 1972 uitgegeven boekje met oude foto's en prentkaarten van
Haastrecht en Vlist.3 Van beide documenten worden in Streekarchief Midden-
Holland xerografische fotokopieën bewaard.4
Het verslag van Geertruida kan gekleurd zijn door haar perspectief van een onder
geschikte (als dienstbode kon ze onmogelijk alles weten), een vervaagde herinne
ring (ze was rond de 90 jaar oud toen ze haar herinneringen opschreef), en verha
len van anderen die ze later had gehoord of gelezen. Bovendien is haar verslag een
momentopname: iets meer dan zeven jaar uit Paulina's totale 83 jaar. Maar zelfs als
we kritisch lezen, komen er interessante details aan de oppervlakte.
Hierna volgen de door Geertruida gemaakte aantekeningen, eerst de volledige, door
haar geschreven, brief, daarna nog wat losse aantekeningen.5