Tot zover.
24
En zo eindigt de brief. Geertruida vervolgt haar herinneringen aan haar tijd in dienst
bij Paulina met handgeschreven aantekeningen in het boekje met oude foto's.23 Bij
foto nr 2, van een gezicht op Haastrecht, vanuit het westen, vanaf de huidige Pro-
vincialeweg West, met een ons tegemoetkomende koets, schrijft zij:
Paulina heeft niet het veen uit de Reeuwijkse Plassen opgestookt, zoals wel eens
wordt gedacht. Deze plassen zijn veel eerder door turfwinning ontstaan en verder
uitgebaggerd. Na 1850 was er in Holland vrijwel geen vervening meer. Heel Holland
stookte toen Friese, Groningse of Drentse turf.
Bij foto nr. 5, met uitzicht op het woonhuis van Paulina, vanuit het westen, met een
paard en enkele mensen op straat, schrijft ze:
Rechts de koets van Mevr. Lefevre de Montignij met koetsier en palfrenier in
mooi blauw costuum, in de winter met bontceaps, moesten naar het station
gasten ofiogé's afhalen.
Het werd genaaid, op de Nuts brei en Naaischool. Ook wij kregen ons deel na
tuurlijk. Zij had 1 open haard en werd met Friese turf gestookt, wat achter in de
IJsse! gebracht met 1 grote schuit.
Voor de Rentmeester was het leven niet altijd gemakkelijk, vooral ais de Belas
ting papieren kwamen, ondanks haar rijkdom, scheen zij heel moeilijk te zijn,
dus de Rentmeester maakte dit allemaal mee. Ik vond hem dan ook soms ze
nuwachtig, totdat hij een keer bij mij kwam en vertelde mij 't een en ander, on
danks hij er nooit over had gesproken: "'t Is voor mij de laatste tijd heel moei
lijk. Als ik de deur s'morgens in kom, is 't of alle muren op mij vallen.Vee!
steun had hij natuurlijk aan zijn vrouw, zij woonde er vlak naast dus ook met
hun enigste dochter Zwaantje.
Albert Gerrits Muurling (1869-1928), geboren in Echten in Friesland, was op 10 mei
1890 bij Paulina in dienst en in huis gekomen als huisknecht,19 mogelijk op aanwij
zing van zijn oudere broer Ebele, die toen al Paulina's koetsier was. In de loop van
de jaren ging hij steeds meer administratieve taken van Paulina overnemen, totdat
hij haar "particulier secretaris" geworden was. Uit zijn benoeming tot executeur-
testamentair en bestuurder van de Stichting Bisdom van Vliet blijkt dat Paulina veel
vertrouwen in hem had. Op 8 november 1899 trouwde hij met Johanna Frederica
Charlotta van der Star (1870-1938) uit Dronrijp en op 20 november van hetzelfde
jaar verhuisde Albert naar een, naast Paulina's huis gelegen, nieuw huis (tegen
woordig Hoogstraat 168), dat ook eigendom van Paulina was.20 Daar woonde hij
met zijn gezin, door Paulina goed verzorgd achtergelaten,21 tot zijn overlijden in
1928. In 1915 publiceerde Paulina in het Nieuwsblad van Friesland een advertentie
om Albert te bedanken voor zijn trouwe, op dat moment 25-jarige dienst. Het was
een aardig gebaar dit juist in een Friese krant te doen, zodat Alberts familieleden er
getuige van konden zijn.22