De vertaling luidt als volgt: ‘Hier stond hij, hier zag hij knarsetandend de ade
laars; hier zag Claudius (nl. Claudius Civilis, de aanvierder van de opstandige
Bataven, 69 n. Chr.) met grimmige blik de wrekende legers naderen’.
Annigje Zijderlaan, ‘An’, dochter van zijn broer Pieter werd nu de huis
genote van oom Willem, die ook nog huishoudster Trees van Veen in
dienst had.
Oom Willem bleef kaarten sturen vanuit Den Haag, Schevenin-
gen en vanaf 1917 uit Rijswijk, waar Willem en An toen gingen wonen.
In 1908 gingen Willem, An en Jan samen op vakantie. Vanaf de Belve
dère bij het Valkhof in Nijmegen stuurden ze een kaart met een Latijn
se tekst van Constantijn Huygens naar halfbroer André en ouders.3 Jan
releveerde het bezoek aan André als volgt; ‘Wat zeg je daar eens van.
Fam(lie) in Nijmegen. Je kent het je zeker niet verbeelden. Jammer dat
An geregeld kiespijn heeft. Uw broer. J. Zijderlaan’.
De kinderen van andere broers, een graanhandelaar te Rotter
dam en bakkers te Polsbroek en Schoonhoven, stuurden ook volop
kaarten. Uit Rotterdam kwamen 38 kaarten, uit de Krimpenerwaard 32
en uit Gouda 24. Uit Lopik schreef de bakkersfamilie: ‘Geachte familie,
Uw briefkaart ontvangen en wij nemen allen uw uitnodiging aan dus u
kunt op een rijtuig vol rekenen’.
Met familie en bekenden werd een levendige ruilhandel bedre
ven. De boomgaard bij de molen en een stuk gepachte wei leverden
appels, peren en kaas. Handig als ruilmiddel in familietransacties. De
melk werd pint voor pint aan de deur verkocht, ‘een ware rijkmakerij’
meldde Poe, bijnaam voor moeder Aagje, aan haar stiefzoon in Nun-
speet. Jan kreeg ook veel kaarten van de familie van zijn gestorven
moeder Margje Verkaik, afkomstig uit Bergambacht. Kaarten uit
Schoonhoven, Bergambacht en Dordrecht ondertekend met Verkaik
kwamen vaak voor.
Na zijn verblijf in 1900 in Nunspeet bij juffrouw Koeken en zuivel-
fabrikant Branderhorst vertrok Jan augustus 1901 naar Lunteren. Bij de
rozenkweker en pensionhouder (21 kamers) Roelofsen bleef hij tot
1904.
3
8